Gezichtsherkenning en klonen in China: een belofte of vloek?
China's technologische ambities zijn groot. President Xi Jinping wil dat zijn land in de komende tien jaar wereldleider wordt op technisch gebied. In de keuzes die het land daarin maakt, spelen privacy en ethiek een veel minder grote rol dan in het Westen. Daardoor loopt 'proeftuin China' voor op de rest.
Voor een nieuwbouwcomplex in een buitenwijk van Peking hangen niet één, maar twee camera's. Big brother scant hier de gezichten van de mensen die door de poort komen en stuurt de informatie naar een database. Die kan onmiddellijk controleren of het gaat om een bewoner van het complex.
"We leggen de gegevens van het gezicht dat door het hek gaat naast een foto van de bewoners", zegt Li Jinting, ontwerper van het gezichtsherkenningssysteem. "Daarna volgen we alle bewegingen van die persoon op het terrein. Die informatie kunnen we dan achteraf beschikbaar stellen aan de politie als er bijvoorbeeld een inbraak is gepleegd."
Privacy veel minder belangrijk
Het systeem wordt dus vooral aan de bewoners verkocht voor de veiligheid en daarvoor nemen ze de schending van hun privacy voor lief. Chinezen vinden hun privacy veel minder belangrijk dat wij in het Westen. Dat komt deels door hun confucianistische cultuur, waarin het collectief belangrijker is dan het individu. Ook is er een blind vertrouwen in de overheid, in de communistische partij, die, volgens de meeste Chinezen, alleen maar het beste met de bevolking voor heeft.
De Chinese overheid is een grote klant van het bedrijf dat de camera's levert: E-theway. Want China zit midden in een revolutie wat betreft gezichtsherkenning, schrijft The Wall Street Journal. Er hangen nu al 170 miljoen camera's en voor 2020 moeten er nog eens 450 miljoen zijn geïnstalleerd. Het Chinese veiligheidsapparaat heeft een enorme database met de gegevens van vrijwel alle Chinezen, omdat iedere Chinees een ID-kaart moet hebben.
Huisdieren klonen
Waar in China, net als in andere landen, ook druk mee wordt geëxperimenteerd is klonen. Eind mei lukte het een privaat Chinees bedrijf voor het eerst in de wereld een genetisch gemodificeerde hond te klonen. Iets wat in het Westen de nodige ethische vragen zou opwerpen. Longlong is hetzelfde als haar oer-moeder, maar heeft in haar genen artrose meegekregen, zodat er op haar geëxperimenteerd kan worden met medicijnen tegen artrose.
"Dat we honden klonen, heeft twee redenen", zegt Mi Jidong, eigenaar van Sinogene. "Ten eerste de medische kant van het verhaal; we willen medicijnen testen op deze 'experimenteerhonden', die genetisch dichterbij de mens staan dan bijvoorbeeld de stier of het schaap, dieren die eerder gekloond zijn. Daarnaast staat het natuurlijk buiten kijf dat de hond de beste vriend van de mens is en dat veel hondenbezitters er veel voor over hebben om een reserve-exemplaar van hun geliefde huisdier achter de hand te hebben."
Toch zit er ook in China een grens aan het klonen: mensen dupliceren gebeurt niet. "Het is volgens mij in China en in de rest van de wereld verboden", zegt Mi Jidong. "Maar als je het vanuit een technologisch oogpunt bekijkt dan zou het kunnen als we eerst een doorbraak weten te bereiken met het klonen van andere primaten, zoals chimpansees."
In het niet-religieuze China is er nauwelijks tot geen medisch-ethisch debat over onderwerpen als klonen. In ieder geval niet onder de bevolking. En met de ambities van president Xi Jinping kan het dus ook op dit gebied snel gaan.