Spionne Rainbow Warrior wil van geen excuus weten
Franse en Nieuw-Zeelandse media hebben de vrouw opgespoord die 32 jaar geleden was geïnfiltreerd bij Greenpeace. Ze was aan boord van de Rainbow Warrior, destijds het vlaggenschip van Greenpeace, dat met een bomaanslag tot zinken werd gebracht door Franse militairen aan de hand van informatie die zij verschaft had.
Bij de explosie op 10 juli 1985 viel één dode, de Nederlandse fotograaf van Portugese afkomst Fernando Pereira.
De spionne is de nu 66-jarige Christine Cabon, die in een dorp in Zuid-Frankrijk woont. Ze had zich onder de naam Fréderique Bonlieu bij Greenpeace gemeld om haar collega's bij de Franse geheime dienst van informatie te voorzien.
Kernproef
De bomaanslag op de Rainbow Warrior was in de haven van Auckland in Nieuw-Zeeland. Het schip lag klaar om uit te varen naar de eilandengroep Mururoa, uit protest tegen een kernproef die Frankrijk daar wilde houden. François Mitterrand was destijds president.
De spionne Cabon vertrok enkele weken voor de aanslag naar Israël. In een interview zegt ze dat ze haar werk deed en geen excuses wil aanbieden. Voor Nieuw-Zeeland moet het een trauma zijn geweest dat de aanval werd uitgevoerd door een bevriend land, zegt ze. Ook deelt ze mee "dat militairen zich soms in situaties bevinden die ze niet hadden gewenst".
Averechts
De Franse agenten die de mijnen aan de Rainbow Warrior hadden bevestigd, werden de volgende dag al gepakt en zijn na een rechtszaak veroordeeld.
De aanslag had voor Frankrijk een averechts effect. De internationale opinie keerde zich tegen het land. Bij Greenpeace stroomden de donateurs toe. Frankrijk moest Greenpeace een schadevergoeding betalen van 8 miljoen dollar.