Kromowidjojo heeft de smaak weer te pakken
Het Nederlandse zwemmen heeft er weleens florissanter voorgestaan. De olympische langebaanploeg keerde vorig jaar met lege handen terug uit Rio de Janeiro en reist ook zonder al te veel illusies af naar de WK in Boedapest, waar op 23 juli het eerste startschot zal klinken.
Maar Ranomi Kromowidjojo zou Ranomi Kromowidjojo niet zijn als ze zomaar genoegen zou nemen met een plek op het tweede plan. Sterker, als ze na de WK niet het gevoel heeft zich nog met de mondiale top te kunnen meten, lijkt het einde van haar imposante carrière zelfs nabij.
Maar zover is het nog niet. Nog lang niet. De tweevoudig olympisch kampioen van Londen (2012) lijkt juist de smaak weer volop te pakken te hebben. Daarvan getuigt bijvoorbeeld de 53,07 die ze onlangs in Rome noteerde op de 100 meter vrije slag, haar beste tijd in vier jaar.
Dat die prestatie volgde na een bezoek aan en een ferme handdruk van de Paus, was louter toeval. Bondscoach Marcel Wouda noemt een andere oorzaak. "Ze is technisch echt beter dan in het verleden en ze is fitter. Ze wil heel graag hard zwemmen en heeft er ook gewoon heel veel plezier in."
Ondanks haar goede optreden in Rome behoort Kromowidjojo straks in Boedapest niet direct tot de favorieten op de 100 meter vrije slag. Er zijn al wat vrouwen sneller geweest.
Maar, weet de routinier, tijden uit het voorseizoen zeggen niet alles. "Dat zagen we vorig jaar op de Spelen ook. Cate Campbell had toen 52,0 gezwommen..." En, zie je de geboren Groningse denken, eindigde de Australische in de olympische finale niet slechts als zesde, nog net achter Kromo zelf?
Dit jaar is de Zweedse Sarah Sjöström de aanvoerster van de wereldranglijst met 52,0. "Ik verwacht ook wel dat zij in Boedapest superhard gaat zwemmen. Maar goed, als je meedoet, heb je een kans. En die ga ik pakken."