5,4 miljard euro voor Italiaanse bank in nood
De Italiaanse overheid mag 5,4 miljard euro in de noodlijdende bank Monte dei Paschi steken. Daarvoor heeft de Europese Commissie vandaag toestemming gegeven.
Sinds de financiële crisis zijn de Europese regels voor staatssteun aan banken strenger geworden. Strengere voorwaarden moeten voorkomen dat belastingbetalers de dupe zijn bij een redding van een bank.
Een van de eisen van de commissie voor de steun aan de Italiaanse bank was dan ook dat aandeelhouders en obligatiehouders meebetalen aan steun door de overheid. Aan die eis wordt gehoor gegeven: hun bijdrage is goed voor 4,3 miljard euro.
Wel zet de bank 1,5 miljard euro apart om particuliere obligatiehouders te compenseren, die dachten dat ze een spaarproduct kochten maar daarover verkeerde informatie ontvingen. Dat gaat indirect dus weer van hun bijdrage aan de redding af.
Slechte leningen
Monte dei Paschi is de op drie na grootste bank van Italië, en heeft al lange tijd problemen. Uit de stresstest voor banken bleek vorig jaar dat de bank niet genoeg middelen zou hebben om overeind te blijven als het slechter zou gaan met de economie. Omdat er op de markt weinig interesse was om de bank sterker te maken door te investeren, vroeg Monte dei Paschi eind vorig jaar steun bij de overheid aan.
De Italiaanse staat koopt nu ook aandelen in de bank op, wel tegen een korting. Door de redding zal volgens de commissie nu 26 miljard euro aan slechte leningen van de bankbalans verdwijnen.