Critici: ngo's op Middellandse Zee zijn pendeldienst voor vluchtelingen
De Italiaanse regering dreigt de havens te sluiten voor de reddingsschepen van hulporganisaties, omdat het land de groeiende stroom vluchtelingen die uit de Middellandse Zee zijn opgepikt niet meer aankan. De Europese regeringsleiders hebben vorige week al besloten dat ze Italië willen helpen, onder meer door de Italiaanse en Libische kustwacht te versterken. Vanmiddag komt de Europese Commissie bij elkaar om te praten over een verdere aanpak van het probleem.
Vier vragen over het Italiaanse bootvluchtelingenprobleem.
Hoe sterk is de groei?
Volgens cijfers van de UNHCR zijn er in de eerste zes maanden van dit jaar bijna 85.000 bootvluchtelingen in Italië aangekomen. Dat zijn er 14.000 meer dan in dezelfde periode van vorig jaar, een stijging van ruim 20 procent. Ook het aantal reddingsoperaties neemt toe. De meeste vluchtelingen beginnen hun overtocht vanaf de Libische kust in een smokkelboot, maar ze worden steeds vaker onderweg opgepikt door een reddingsschip.
Waardoor wordt de toename veroorzaakt?
Reddingsschepen van ngo's (non-gouvernementele organisaties) nemen inmiddels een derde van alle reddingsoperaties op de Middellandse Zee voor hun rekening. Schepen van onder andere Artsen zonder Grenzen en Save the Children voeren meer reddingsacties uit op de Middellandse Zee dan bijvoorbeeld de Italiaanse of Libische kustwacht of het Europese grensagentschap Frontex.
Dit komt voornamelijk doordat de schepen van hulporganisaties dicht bij de kust van Libië varen. Daar zullen ze eerder boten aantreffen die in de problemen zitten. Volgens critici creëren de ngo's hiermee in feite een pendeldienst voor vluchtelingen.
Mensensmokkelaars spelen hier op in en sturen meer vluchtelingen in nog goedkopere bootjes de zee op, omdat de hulporganisaties ze vlak bij de kust toch wel zullen opvangen. Meer vluchtelingen wagen de gevaarlijke oversteek omdat ze weten dat de redding dichtbij is, zo beargumenteren de critici.
Wat vinden de hulporganisaties?
Marcella Kraay, projectcoördinator van Artsen zonder Grenzen, vindt de focus op ngo's wat vreemd. Op dit moment zit ze op een reddingsboot in de haven van Catania op Sicilië. "Wij zijn een makkelijk doelwit omdat we vertellen wat we zien. Daarom is er zoveel kritiek op ngo's. Maar wij kijken naar mensen in nood."
Volgens Kraay kan de overheid de hulporganisaties niets maken: "Alle regels waar we ons aan te houden hebben volgen we op. En we werken samen met het maritiem reddingscoördinatiecentrum in Rome. Dat is van de Italiaanse overheid", legt Kraay uit. "Maar Italië is ten einde raad. Ze weten daar gewoon niet meer hoe ze met de situatie om moeten gaan", zegt ze.
Hulporganisaties hebben hun handen vol aan de situatie op de Middellandse Zee. "De schepen zijn overvol en niet zeewaardig. Als we dichter bij een boot komen zien we dat mensen soms al tot hun middel in het water staan", merkt Kraay op. Ze legt uit dat voor 2014 vluchtelingen nog op grote houten boten zaten met een goede kapitein. "Toen kwamen ze nog zelf aan land, nu bijna niet meer."
Kunnen andere landen de bootvluchtelingen niet opvangen?
Volgens Kraay van AzG is doorvaren naar een andere haven van een ander land onlogisch. "Volgens het verdrag van de mensenrechten moeten we vluchtelingen die we oppikken op zee naar de dichtstbijzijnde veilige haven brengen. En dat zijn in dit geval de havens in Italië."
Tunesië bijvoorbeeld, dat vele malen dichterbij ligt, is volgens Kraay geen optie. "Tunesië heeft een aantal internationale verdragen niet ondertekend. En daarnaast kan niemand er asiel aanvragen omdat het überhaupt geen asielprocedures heeft."