Perenbomen in de boomgaard van Erik Appelman
NOS NieuwsAangepast

Fruitteler verkiest peer boven appel

  • Merel Stikkelorum

    Economieverslaggever

  • Merel Stikkelorum

    Economieverslaggever

Peren worden steeds populairder onder fruittelers. Al enkele jaren komen er meer peren dan appels van de Nederlandse boomgaarden. En dat terwijl Nederlanders ze relatief weinig eten en ze niet heel veel winst opleveren.

Maar peren leveren nog altijd meer op dan appels. "Bij peren ligt het rendement net boven de kostprijs, terwijl appels vaak verlieslatend zijn", zegt Michiel Gerritsen, voorzitter van branchevereniging voor fruittelers NFO.

Vandaar dat steeds meer telers perenbomen planten als hun appelbomen aan vervanging toe zijn. Kwam er twintig jaar geleden nog 141 miljoen kilo peren van de bomen tegenover 420 miljoen kilo appels, vorig jaar bedroeg de oogst 374 miljoen kilo peren tegenover 317 miljoen kilo appels. Het omslagpunt lag in 2012. Toen was het aantal hectare perenbomen voor het eerst groter dan het aantal hectare appelbomen.

  • NOS | Merel Stikkelorum
    Teler Erik Appelman in zijn perenboomgaard in Wognum

Appelschuur Polen

Erik Appelman is een van de telers die van appels zijn overgegaan op peren. "Wij hadden altijd half appels, half peren. Maar nu hebben we alleen nog maar perenbomen, en wat kersen", aldus de teler, met boomgaarden in Zwaagdijk en Wognum.

Door die Poolse appels is de export bijna helemaal weggevallen.

Erik Appelman, perenteler

Nederland was altijd een belangrijk appelexportland met de Elstar en Jonagold. Sinds een jaar of tien geleden is daar verandering in gekomen door de opkomst van een nieuwe grote concurrent, Polen. "Door die Poolse appels is de export bijna helemaal weggevallen", zegt Appelman. "Nu produceren de telers bijna alleen nog maar voor de Nederlandse markt." Volgens brancheorganisatie NFO gaat nog maar 20 procent van de Nederlandse appels naar het buitenland.

Polen is inmiddels de grootste appelschuur van Europa. Het land heeft enorme Europese subsidies gekregen waarmee het de appelteelt heeft gemoderniseerd. Bovendien is arbeid er goedkoop en zijn de milieuregels er niet zo streng als hier. Daardoor wordt de markt overspoeld met goedkope Poolse appels.

Gunstig klimaat

Met peren is de concurrentie minder groot. Ons land heeft een heel gunstig klimaat voor de perenteelt, anders dan in Oost- en Zuid-Europa. "Vanaf het zuiden van België wordt het al snel te warm in de zomer, en in Oost-Europa zijn de winters te koud, waardoor de bomen doodvriezen", zegt teler Appelman.

De perenteelt is daarom nog wel rendabel, "al wordt het plusje wel steeds kleiner, doordat er steeds meer perenbomen bij komen in Nederland", is de ervaring van Appelman. De langwerpige Conference-peer wordt verreweg het meest geteeld in Nederland, gevolgd door de dikkere, bredere Doyenné du Comice.

Anders dan bij appels is het grootste deel van de perenteelt bestemd voor de export. Ongeveer twee derde gaat de grens over, want Nederlanders zijn nog altijd moeilijk aan de peren te krijgen. Gemiddeld worden er per huishouden vier keer zo veel appels gegeten als peren.

Chinezen aan de peren

Groot-Brittannië en Duitsland zijn de belangrijkste afzetmarkten. Daar gaat ongeveer driekwart van al het Nederlandse fruit naartoe. Ook Scandinavië is een belangrijke bestemming.

Daarnaast zijn de telers en groothandels hard bezig om andere afzetmarkten te vinden sinds de boycot door Rusland. "Sinds twee jaar zijn we bezig met nieuwe, verre bestemmingen voor onze peren, zoals Zuid-Korea, Vietnam en China", zegt NFO-voorzitter Gerritsen.

Op korte termijn levert dat niet zo veel op. "Het is moeilijk om mensen aan nieuwe soorten fruit te laten wennen", zegt Appelman. "Het heeft ook jaren gekost om Nederlanders aan de kiwi te krijgen. Net zo moeilijk is het om Chinezen aan onze peren te laten wennen." Toch heeft hij goede hoop dat dit op termijn wel gaat lukken. "Dan kunnen we geen perenbomen genoeg hebben in Nederland."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl