Ook in Kamerdebat harde verwijten over formatie
De verwijten die de fractievoorzitters van de politieke partijen elkaar maken over de formatie zijn nog niet uit de wereld. Dat bleek in het Kamerdebat over de kwestie.
VVD-leider Rutte en CDA-voorman Buma nemen het hun D66-collega Pechtold nog steeds kwalijk dat hij namens D66 politieke samenwerking met de ChristenUnie onmogelijk heeft gemaakt.
"Ik trok vorige week een wenkbrauw op toen ik zag dat een optie weer van tafel is gehaald", zei Rutte. Buma ging nog een stapje verder. "Je kunt niet beginnen met mensen over tafel te trekken", zei hij. "Ik vind dat niet kunnen en het zou mijzelf niet overkomen."
Achter in de zaal
PVV-leider Wilders was het niet eens met het voorstel om Herman Tjeenk Willink te benoemen tot informateur. Hij noemde hem een PvdA-informateur uit de Middeleeuwen.
"Van de PvdA. Dat is de achtste partij van Nederland. De heer Asscher zit inmiddels zo ver achter in de zaal dat ik hem niet eens meer kan zien." Waarop PvdA-leider Asscher naar hem zwaaide.
Wilders vindt dat de PVV als tweede partij van Nederland een plek aan de onderhandelingstafel verdient. Volgens Asscher, die het even opnam voor Rutte als premier, helpt het dan niet om tweets te versturen waarin Wilders Rutte verantwoordelijk houdt voor de terroristische aanslag in Manchester.
Asscher: "En dan nog klagen dat mensen niet met u willen regeren."
Deal
Over de stukgelopen onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks zei zowel Rutte als Buma dat het mogelijk is met hun partij een deal over vluchtelingenbeleid te sluiten die niet ingaat tegen het Verdrag voor de Rechten van de Mens of het Vluchtelingenverdrag.
Betekent dit dat de impasse kan worden doorbroken, wilde Asscher vervolgens van GroenLinks-leider Klaver weten. Klaver: "Het was een inhoudelijke impasse. We wachten eerst af waar de informateur nu mee komt."
"Dat klinkt toch heel anders dan een principiële ondergrens zoals u het eerst noemde", concludeerde Asscher. "Een punt wordt een puntkomma."
Aan het slot van het debat benoemde de Tweede Kamer volgens verwachting Minister van Staat Tjeenk Willink als informateur. Alleen PVV en FvD stemden tegen.