Literatuurmuseum verwerft eerste gedichtenschriftje Reve
Het Literatuurmuseum in Den Haag heeft een schriftje in handen gekregen met het vroegste bekende werk van Gerard Reve. Er staan gedichten in van Reve toen hij zestien jaar was. Hij schreef ze voor Christina Amende, een meisje op wie hij verliefd was. Ze was de dochter van vrienden van zijn ouders.
De bundel heet: 10 versjes van Gerard Cornelis van het Reve aan Christina Amende. Zij kreeg het schriftje van Reve op 10 maart 1940. Aan het schriftje zou oorspronkelijk ook een huwelijksaanzoek zijn toegevoegd, maar zeker is dat niet. Hoe dan ook Christina, Stien, wees het verzoek af.
Eén van de gedichten luidt:
Minutengeluk
Ik zit, m'n benen bungelend, op de waterkant
En in een bootje hoor ik ginds een tango spelen;
Verdomd! Ik wist niet dat er in dit land
Nog zo veel aards geluk viel weg te stelen.
"Tja, het waren gedichten van een 16-jarige", zegt Aad Meindertsma van het Literatuurmuseum. "Maar je ziet dat hij op zo'n jonge leeftijd talent heeft. Het is het allervroegste wat we kennen van Reve. Hier staan we aan het begin van een grootse schrijverscarrière. Het is fenomenaal als je die gedichten kan zien. Het is een historische sensatie dat je in contact staat met Reve op de drempel van zijn schrijverschap."
Maar om er direct een groot dichter in te ontdekken, gaat Meinderts te ver. Daarvoor is het volgens de museumdirecteur allemaal nog te onhandig opgeschreven, met soms lelijk rijm. "Met soms bengel dat rijmt op engel. Maar er zit wel een melancholieke toon in die ik wel herken uit het latere werk. Maar het is nog te onhandig opgeschreven. Het is wel ontroerend, het prille begin van een groot schrijver die romans als De Avonden heeft geschreven."
De gedichten geven een beeld van de school van Gerard en Christine.
Meinderts benadrukt verder dat de gedichten geen liefdeslyriek zijn. "Het begint al met Mars Militair en Nacht aan het Front. Het geeft soms een beeld van de school, het Vossius-gymnasium, waar Gerard en Christine beiden op zaten."
Het was bekend dat het schriftje bestond, want ooit zijn er twee gedichten uit geveild. Het hele schriftje werd in 2008, één jaar na het overlijden van Christina en twee jaar na het overlijden van Reve, voor 35.000 euro aangeboden, maar dat werd toen te duur bevonden.
Het Literatuurmuseum heeft het nu voor een schappelijk prijsje kunnen aanschaffen via de zonen van Christina. Het museum wil niet zeggen hoeveel ervoor is betaald.
Vijf van de gedichten uit het schriftje verschenen in de debuutbundel van Reve, Terugkeer uit 1940, vier andere in Archief Reve (1981). Eén van de gedichten, Stad aan de Zuiderzee, is nooit gepubliceerd.