Oostkust Bonaire vervuild door olie

De oostkust van Bonaire is vervuild met olie. De olie is afkomstig uit Trinidad, waar eind vorige maand een opslagtank van een raffinaderij in Point-a-Terre is gebarsten. De Bonairiaanse natuurorganisatie Stinapa heeft monsters genomen van de olievlekken om dat verder te onderzoeken.

Over een grote oppervlakte langs de kust, inclusief de zuidoostelijke rotskust bij Sorobon, liggen kleine plakken olie van twee tot tien centimeter. Zaterdag hebben vrijwilligers van Stinapa bij Sorobon een schoonmaakactie gehouden, maar de hulp van de overheid is ingeroepen omdat de vervuiling te uitgebreid is. De olie vormt een gevaar voor de vogels in dit gebied, die op de kust naar voedsel zoeken. Er zijn al twee dode watervogels aangetroffen.

Het opruimen gaat volgens de autoriteiten wel enige tijd in beslag nemen, omdat de olie zo verspreid is. Op de rotsen kan de olie blijven liggen, maar het strand en het water moet worden schoongemaakt.

Volgens de beheerder van het onderwaterpark bij Sorobon moeten de kleine plakjes olie met de hand worden weggehaald. De schade voor het milieu lijkt vooralsnog mee te vallen. "Waarschijnlijk zijn de schadelijkste chemicaliën al uit de olie, omdat die al een maand onderweg is. Het lastige is wel dat je de olie met de hand moet opruimen, omdat het om kleine deeltjes gaat. Daar zijn dus heel veel handen voor nodig."

Na het ongeluk bij de raffinaderij op 23 april stroomde zo'n 50.000 liter olie de Golf van Paria in. Trinidad en Venezuela hebben tevergeefs geprobeerd te voorkomen dat de olie zich verder zou verspreiden in de richting van de Caribische Zee.

De Maritieme Autoriteit Curaçao zegt dat er voor dat eiland nog geen daadwerkelijke dreiging bestaat. Wel is de olie, omdat deze onder het wateroppervlak drijft, slecht waarneembaar. "De werkelijke omvang en locatie van de vervuiling is dus nog niet bekend. Niet uitgesloten is dat enige vervuiling onze kusten bereikt."