Officieren waarschuwen: onze luchtmacht staat er slecht voor
Hugo van der Parre
Research-redacteur
De Nederlandse luchtmacht is er slecht aan toe. De Nederlandse Officieren Vereniging (NOV) luidt in een brief aan de politiek de noodklok over de stand van zaken: de airpower van Nederland is beneden peil, ons land is een onbetrouwbare bondgenoot.
De officieren stellen vast dat de absolute bodem is bereikt door de luchtmacht twintig jaar lang overal ter wereld in te zetten. Missies met vliegtuigen en helikopters moesten worden beëindigd om de inzetbaarheid en het niveau van het personeel te herstellen. Vliegers waren niet meer goed genoeg getraind voor luchtgevechten. De voorzitter van de NOV, brigadegeneraal buiten dienst Ruud Vermeulen, zegt: "Wat we hebben, is volstrekt onvoldoende."
In de brief zetten de officieren een aantal zaken op een rij om hun betoog te ondersteunen.
- De F-16 is technisch en operationeel sterk verouderd: "De F-16 zal/kan door de nieuwe Russische en Chinese systemen op grote afstand worden aangepakt, nog ver voordat de F-16 zijn eigen wapens kan inzetten." Zo kan een F-16 niets uitrichten tegen de Russische luchtafweer die in Kaliningrad staat. Daardoor kan de luchtmacht bij een conflict (Nederlandse) militairen op de grond in Polen niet helpen. Versterkingen kunnen maximaal tot Berlijn komen. Voorbij Berlijn vallen de vliegtuigen binnen bereik van de Russische luchtafweer, nog voordat ze hun wapens kunnen inzetten. Daarmee is het verdedigen van ons grondgebied en dat van de bondgenoten niet te garanderen.
- Omschakeling naar de F-35 (ook bekend als Joint Strike Fighter) is operationeel noodzakelijk, maar met de 37 stuks die Nederland koopt, zullen missies zoals tegen IS maximaal met vier toestellen mogelijk zijn. "Nu al is te voorzien dat met dit geplande aantal Nederland in operationeel opzicht eigenlijk vleugellam is", zo stellen de briefschrijvers.
- Er worden te weinig vlieguren gemaakt, waardoor geen enkele vlieger meer combat ready was. De vliegveiligheid kwam zelfs in gevaar. De missies in Syrië en Irak moesten stoppen om de vliegers weer te trainen. Er is niet genoeg geld om missies en opleidingen te combineren.
- Het gebrek aan vlieguren geldt ook voor de helikoptergroep. In 2005 is volgens de officieren besloten een simulator te kopen zodat 25 procent van de vlieguren kon worden bespaard. De uren zijn bespaard, maar de simulator is er nooit gekomen. Dat leidde ertoe dat ook de helikopterpiloten niet meer gevechtsklaar waren.
- Nederland heeft snel Reaper-gevechtsdrones nodig. De oorlog in Oost-Oekraïne heeft bewezen dat ze essentieel zijn voor de overlevingskansen van eenheden, zegt de NOV. Toch is de aanschaf zeven jaar opgeschort.
- En dan het personeel. De luchtmacht mag maar 90 procent van het personeelsbestand vullen. Dit heeft geleid "tot het overbelasten van mensen en een verhoogde leegloop, juist voor moeilijk werfbare categorieën zoals technici".
In een toelichting zegt NOV-voorzitter Vermeulen: "Je mist een stuk getraindheid, je moet naar meer vlieguren, maar daar is geen geld voor. Dat betekent dat je gaat onderpresteren en met je mensen risico's gaat lopen die je niet zou moeten lopen." Generaal Vermeulen zegt er zeker van te zijn dat deze gevoelens breed gedragen worden binnen de luchtmacht.
Het ministerie van Defensie erkent in een vandaag gepubliceerde nota dat verschillende luchtmachtonderdelen in ieder geval vorig jaar niet op orde waren. Bij de F-16's, de helikopters en de transportvliegtuigen is in 2016 de gereedheidsnorm niet gehaald. De nota verscheen in verband met Verantwoordingsdag - ook wel bekend als 'gehaktdag'- de dag dat alle departementen beschrijven hoe ze hun geld hebben besteed.
Verder zegt het ministerie tegen de NOS dat er hard wordt gewerkt aan het herstel en dat dit nog ongeveer vier jaar duurt.