Surinaamse ondernemers snakken naar adem in economische crisis
In Suriname, raakt de schatkist leger en grijpt de crisis steeds verder om zich heen. De afgelopen jaren is er door de overheid te veel geld uitgegeven terwijl de inkomsten, die vooral uit olie en goud kwamen, tegenvielen. Het midden- en kleinbedrijf heeft iedere dag te kampen met de gevolgen van dat beleid, honderden bedrijven moesten hun deuren al sluiten.
Voor ondernemer Henry Carbière Falls, die een bedrijf heeft in kantoorartikelen en kopieermachines, zijn de gevolgen goed merkbaar. "De Surinaamse overheid was de grootste klant van ons", vertelt hij. "Op een gegeven moment werden de rekeningen niet meer betaald. Toen de schuld was opgelopen tot bijna een half miljoen Amerikaanse dollar hebben we de leveringen aan de overheid moeten stopzetten."
We hebben uiteindelijk een stuk grond en gebouwen moeten verkopen om de rekening aan Amerika te betalen.
In het kantoor van zijn bedrijf Zenobia laat hij de bestelbonnen zien van de ministeries van Justitie en Politie en van Financiën. "We zaten intussen in grote problemen met onze Amerikaanse leverancier. Die wilden niet meer leveren, waardoor we ook de klanten die wél betaalden geen machines meer konden leveren. We hebben uiteindelijk een stuk grond en gebouwen moeten verkopen om de rekening aan Amerika te betalen. Maar de schuld aan ons van de overheid staat nog steeds voor het grootste deel open."
In 2012 had Suriname nog een valutareserve van 1 miljard Amerikaanse dollar. Nu is er minder dan 300 miljoen. De Surinaamse overheid teert daar naar verwachting de komende maanden snel verder op in omdat er leningen moeten worden afgelost.
Suriname heeft zich in het verleden veel te veel gefocust op mijnbouw door multinationals: bauxiet, olie, goud.
Toen de goud- en olieprijzen kelderden, daalden de inkomsten voor Suriname in sneltreinvaart. De regering-Bouterse maakte in de gouden jaren geen spaarpotje om tegenslagen in magere tijden op te vangen en zit nu met de gebakken peren.
"Suriname heeft zich in het verleden veel te veel gefocust op mijnbouw door multinationals: bauxiet, olie, goud", legt Carbière Falls uit. "Maar de economie van het land wordt daardoor kwetsbaar. Ons land zou zich veel meer moeten richten op de productiesector. En daarnaast moeten inzien dat het midden- en kleinbedrijf een enorme bijdrage levert aan de economie. Ik heb vijftig man in dienst en voed via hun families 200 monden. Om over de belastingen die ik betaal maar te zwijgen."
Nu zijn we in een situatie beland dat ik mijn personeel aan het einde van de maand een voedselpakketje geef.
"Mijn mensen verdienden een paar jaar geleden heel goed", vervolgt Carbière Falls. "Ze konden geld lenen bij de bank, percelen kopen en huizen bouwen. En hun kinderen konden studeren aan de universiteit. Nu zijn we in een situatie beland dat ik mijn personeel aan het einde van de maand een voedselpakketje geef. Een stukje kip, een rol wc-papier en een blikje doperwten. Dat is toch triest?"
Om Suriname draaiend te houden leent de overheid op dit moment miljarden Amerikaanse dollars. Op zich zou dat volgens Carbière Falls niet erg zijn mits het goed werd geïnvesteerd en er inkomsten uit gegenereerd zouden worden. Dat laatste gebeurt niet. "Niemand ziet wat er met al het geld gebeurt en onze kinderen worden met de schuld opgezadeld. In 2026 moeten we even 1 miljard op tafel leggen. Tenzij we dat in kokosnoten mogen terugbetalen, hebben we een groot probleem. Het land heeft nauwelijks inkomsten. Hoe lossen we al dat geld af? Ik weet het niet."
Surinaamse bedrijven sneuvelen op dit moment en de productiesector sterft.
De ondernemer neemt me mee in zijn auto en rijdt naar zijn waterfabriek, even buiten Paramaribo. Hij toont de enorme watertanks van waaruit het water wordt gezuiverd, bewerkt en gebotteld in grote flessen die bestemd zijn voor waterkoelers. Dit bedrijf loopt relatief goed, vertelt hij. "De omzet stijgt, maar de kosten ook. Alles wat je hier ziet, moeten we kopen voor Amerikaanse dollars. Die zijn schaars, dus duur. Intussen stijgen ook de prijzen van benzine en elektriciteit, dus onze marges worden steeds kleiner. Surinaamse bedrijven sneuvelen op dit moment en de productiesector sterft."
De Surinaamse regering pept de bevolking op en moedigt ze aan even door de zure appel heen te bijten. Het dieptepunt heeft Suriname intussen achter de rug, zegt minister van Financiën Gilmore Hoefdraad. "Een heel zure appel dan", schampert Carbière Falls. Deze crisis is echt niet binnen een paar maanden voorbij. Ik zie de toekomst somber in."