Abe Lenstra, Johan Cruijff: clubs zijn zuinig met vernoemingen
Het is een eerbetoon van jewelste: de voorgenomen naamsverandering van de Amsterdam Arena in Johan Cruijff Arena. In binnen- en buitenland is maar weinig voetballers zo'n eer ten beurt gevallen. Met de naam van Johan Cruijff kan de Arena straks in een adem worden genoemd met een voetbaltempel als Giuseppe Meazza, ook bekend als San Siro, en het Weense Ernst Happel Stadion.
In Nederland dragen maar twee andere grote stadions de naam van voormalige spelers: het Abe Lenstra Stadion in Heerenveen en het Rat Verlegh Stadion van NAC Breda. Een paar stadions hebben nog hun oude naam (De Adelaarshorst, Galgenwaard, Het Kasteel), enkele andere zijn ten prooi gevallen aan de commercie. Van namen als Grolsch Veste of Kyocera-stadion kijkt niemand meer op.
De naamswijziging van de Arena gaat ook internationaal in tegen de trend van sponsornamen in stadions. "Een goede zaak", vindt Jim Holterhuës. Hij is hoofdredacteur van voetbalmagazine Staantribune en ziet zichzelf "een beetje als bewaker van de voetbalcultuur".
Want zelfs als je naar heel Europa kijkt, is het maar dun bezaaid met stadionnamen van grote voetballers. "Het Ferenc Puskás Stadion in Boedapest is natuurlijk een prachtig voorbeeld", zegt Holterhuës. Ook het Stadion Rajko Mitic van Rode Ster Belgrado is vernoemd naar een clubicoon. Verder zijn het vooral losse tribunes die de namen van clubiconen dragen. "Manchester United heeft tribunes vernoemd naar Bobby Charlton en Alex Ferguson. Maar Old Trafford blijft Old Trafford."
Zulke 'kleinere' eerbetonen zie je in Nederland ook vaker, zegt de voetbaljournalist. Zo heeft Feyenoord tribunes vernoemd naar Willem van Hanegem en clubicoon en oud-verzorger Gerard Meijer. In De Kuip staat ook een standbeeld van Coen Moulijn. "Vitesse heeft de vier stadionzijden vernoemd. Daar heb je nu onder meer de Theo Bos-tribune."
Meer respect
Maar toch: écht apetrots op goede voetballers zijn we in Nederland niet, vindt Holterhuës. In het buitenland worden die volgens hem met veel meer respect behandeld. "Ruud Gullit kan in Italië nog steeds niet over straat", zegt hij. "Hier gaat het vooral over Estelle en zijn kinderen. Over Marco van Basten wordt ook een beetje lacherig gedaan, nu hij bij de FIFA zit."
Ook over oud-Feyenoorder John de Wolf zijn ze in het buitenland veel enthousiaster dan thuis. "Hij heeft in Engeland bij Wolverhampton Wanderers gespeeld. Hij is daar een soort cultheld geworden en wordt er met alle egards ontvangen. Hier zeggen we: ach, John de Wolf."
Ik zou het mooi vinden als het Kyocera-stadion het Aad Mansveld Stadion wordt genoemd.
Holterhuës hoopt dan ook dat de naamwijziging van de Arena navolging krijgt. Hij heeft al een stadion in gedachten: dat van ADO Den Haag. "Ik zou het mooi vinden als dat het Aad Mansveld Stadion wordt genoemd. Hij is hét icoon van die club." ADO voetbalt nu in het Kyocera-stadion, een relatief nieuw complex aan de rand van de stad. "Daar zijn ze niet beter van gaan voetballen. En ik denk dat geen enkele ADO-fan zegt: ik ga vanmiddag gezellig naar het Kyocera-stadion."
Maar of de Ajax-aanhang straks wél over de Johan Cruijff Arena spreekt? Holterhuës betwijfelt het. "'Arena' ligt lekker in de mond. Je gaat even naar 'de Arena'. Het zal wel een tijdje duren voordat mensen het over de Johan Cruijff Arena hebben."