Voetbalvader Leonardo is leermeester bij FC Eindhoven
Niet alleen de eredivisie nadert zijn ontknoping. Ook in de Jupiler League worden in de komende wedstrijden de prijzen verdeeld. Deze week vijf verhalen uit de eerste divisie. Vandaag deel vier: Leonardo, speler van FC Eindhoven.
De Nederlandse taal klinkt romantisch als Leonardo spreekt. Met een Braziliaanse tongval laat hij de woorden zangerig over zijn tong rollen. Hij legt trots uit wat zijn gevoel is bij FC Eindhoven en wat zijn functie is binnen het elftal van trainer Ricardo Moniz.
Leonardo kwam naar Nederland toen hij twaalf was, doorliep de jeugdopleiding van Feyenoord en debuteerde op zijn zeventiende in het eerste. Sindsdien speelde hij in Nederland nog voor NAC Breda en Ajax.
Hecht band met Moniz
Bij Red Bull Salzburg, Ferencvárosi TC en 1860 München werkte hij daarna ook al samen met Moniz, met wie hij bij Feyenoord in de jeugd werkte. Alleen tijdens zijn Australische avontuur bij Newcastle United Jets was Moniz niet zijn trainer. De band met de Rotterdamse trainer is hecht. Het is ook geen toeval dat Leonardo nu bij Eindhoven speelt.
Leonardo (34) is in zijn hoofd nog jong en gretig als altijd. Zijn lichaam is wel iets ouder geworden en dat is geen ideale combinatie voor een speler die een half jaar niet kon spelen. Extra trainen zit er niet meer in voor Leonardo. Hij wil zelf wel, maar Moniz heeft liever dat zijn vedette zichzelf niet overbelast.
Bij aanvang van het interview zet Leonardo eerst koffie uit de automaat van FC Eindhoven. De Braziliaan is gek op koffie. “Ik hou gewoon van Rotterdam, maar Eindhoven is wel ver weg, elke dag. Ik moet dus vroeg weg."
"Daarom haal ik altijd om tien voor zeven koffie bij het tankstation langs de snelweg bij Rotterdam. Zwarte koffie, die man daar kent mij. Lekker makkelijk. Als ik tien minuten later ben, dan krijg ik de file er gratis bij. Op de club drink ik nog een koffie. Maar de koffie uit deze automaat hier is moeilijk te drinken, daar moet suiker bij hoor.”
Waarom drink je zo veel koffie?
“Ik drink nu wel minder koffie dan eerst, want ik moet wel rust hebben. Ik ben namelijk erg druk naast voetbal, het huishouden en mijn zoontje naar voetbal brengen. Maar ik klaag niet."
Ben je inmiddels gewend bij FC Eindhoven?
“Jazeker, in het begin was het wel even omschakelen qua niveau. Het is anders in Nederland. In de tijd dat ik wegging uit Nederland waren er veel meer grote spelers. De Jupiler League was vroeger veel zwaarder. Nu zijn er veel jonge voetballers, jonge elftallen, dat ben ik niet gewend.”
Welke rol heb jij in het team?
“Nu ben ik meer een nummer tien in plaats van buitenspeler. Zo laat ik het team beter spelen. Ik probeer af en toe rustig uit te leggen wat beter kan. Maar niet te veel, ik ben hier pas net bij de club. Dus ik hou me rustig."
"Spelers moeten op de training zelf ruimtes leren zien, ik vind het belangrijk dat jonge spelers zelf beslissingen leren maken."
"Ik weet wat er van mij verwacht wordt. Soms als ik moe ben, zegt mijn hoofd 'doorgaan'. Dat is soms lastig, dan moet ik leren luisteren naar mijn lichaam. In mijn hoofd wil ik altijd blijven gaan. Dat kan niet altijd. Ik vecht dan tegen mijzelf. Als dat ooit niet meer lukt, dan pas stop ik.”
Je hebt veel ervaring in het buitenland, wat zijn je mooiste herinneringen?
“Het was overal anders. Maar in Hongarije bij Ferencvárosi TC is veel gebeurd. Achteraf had ik daar nooit weg moeten gaan. Toen ik daar voor het eerst in de kleedkamer kwam, zag ik twee fietsen uit de jaren 60 geparkeerd staan. Het stadion leek op stadions in Brazilië van 25 jaar geleden. Ik dacht eerst wat doe ik hier? Maar als het vol zat, was de sfeer top."
"De eerste maanden waren moeilijk. Twee maanden later was ik weer fit. Ik voelde mij goed daarna, iedereen was blij. Toen brak ik plots mijn scheenbeen. Einde carrière, dacht ik. Ik werd gek, was bang dat ik misschien mijn been kwijt zou raken. Ik belde met mijn dokter Van Dijk in Nederland. Hij adviseerde me om elke dag injecties te nemen en snel naar Nederland te komen. Dat deed ik. Die man heeft mij gered, het was een top-operatie. Nooit meer wat gevoeld."
En nu, hier in Eindhoven, wat brengt de toekomst?
“Daar probeer ik niet te veel aan te denken. Gewoon lekker voetballen. Ik leef van dag tot dag. Ik geniet vooral ook van de tijd met mijn zoontje. Hij is mijn alles. Hij leert goed, kan goed rekenen en helpt mij en verbetert mijn Nederlands. Grappenmaker, mijn kleine jongen. Sinds ik weer terug ben uit Australië is hij rustiger geworden. Ook op school, daar is zijn juf erg blij mee. Hij wordt geen grote voetballer, maar hij wordt een hele grote op school. Beter dan zijn vader.”