Dijsselbloem: niemand wil mij weg hebben
Minister Dijsselbloem kan voorlopig blijven als voorzitter van de Eurogroep. Bij een overleg op Malta met de andere ministers van Financiën van de eurolanden vroeg geen van zijn collega's om zijn aftreden, zei Dijsselbloem na afloop.
Dijsselbloem kwam in opspraak na een interview met de Duitse krant Frankfurter Allgemeine. Daarin zei hij dat landen die vragen om Europese steun, ook moeten accepteren dat daar plichten aan verbonden zijn. "Ik kan ook niet al mijn geld aan drank en vrouwen uitgeven om vervolgens u om bijstand te vragen."
Vandaag bood Dijsselbloem opnieuw niet zijn excuses aan voor die uitspraak, maar hij zei wel tegen zijn collega's dat hij de ophef over zijn uitspraken betreurt. "De woordkeuze heeft pijn gedaan en dat vind ik jammer."
Geen enkele minister heeft daarna het woord gevraagd en niemand heeft gezegd dat ik mij terug zou moeten trekken.
Deze week nog pleitte de Portugese premier voor Dijsselbloems vertrek en ook Spanje was kritisch. Maar op Malta heeft niemand om zijn vertrek gevraagd, zegt Dijsselbloem. "Ik ben zelf over de zaak begonnen en heb het uitgelegd. Geen enkele minister heeft daarna het woord gevraagd en niemand heeft gezegd dat ik mij terug zou moeten trekken. Er is nog veel werk te doen, dus ik ga door."
Er moet in de komende maanden sowieso een opvolger gezocht worden voor Dijsselbloem. Alleen ministers van Financiën komen in aanmerking voor de baan als voorzitter van de Eurogroep en de kans is erg klein dat Dijsselbloem in een volgend kabinet nog minister is. Daarnaast loopt zijn termijn als eurogroepvoorzitter in januari af.
Dijsselbloem: "De stoel van de voorzitter moet niet leeg blijven. Maar het is nog de vraag wat eerst komt: het einde van mijn termijn als eurogroepvoorzitter of het einde van mijn baan als minister van Financiën."