60 jaar EU: feest in Rome, omdat het moet
Feest, omdat het moet. Ongemakkelijk wippend op de stoel, zwijgend boos kijkend, hopend dat de ander een aanstootgevende opmerking maakt, zodat je woedend kunt vertrekken. Zo’n soort feestje wordt het vandaag in Rome bij de viering van zestig jaar Verdrag van Rome.
In 1957 begon het als project van nooit meer oorlog. Zes landen die economisch met elkaar verder wilden, zonder grenzen, zonder handelsbelemmeringen, economische voorspoed, dat waren de vergezichten destijds. Europa in de vaart der volkeren.
Maar op het feestje van vandaag is dat elan verdwenen. De blijde gezichten hebben plaats gemaakt voor gepieker, gesomber, verdeeldheid over hoe nu verder. Een ouderwetse richtingenstrijd tussen Oost en West, en tussen Noord en Zuid.
Dat was bij de oprichting wel anders. Het vertrouwen in elkaar was zo groot dat de ondertekenaars van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, oftewel het Verdrag van Rome, letterlijk een blanco papier tekenden. De goederenwagen waarin de teksten lagen, werd onderweg van Brussel naar Rome in Zwitserland losgekoppeld, waardoor de teksten in de bergstaat achterbleven. Later werden de handtekeningen bij de echte teksten gevoegd.
Dat zou nu niet meer kunnen. Vandaag willen de regeringsleiders een mooie declaratie tekenen. De verklaring van Rome moet het gaan heten, waarin ze nogmaals de liefde voor de Europese Unie verklaren. “De één is iets meer verliefd op het project dan de ander”, vat een hoge diplomaat het bondig samen.
Er zijn echter twee premiers die zich onbegrepen en afgewezen voelen. De Griekse premier Tsipras wil meer geld. Zijn land stapelt de ene bezuiniging op de andere, maar krijgt er in zijn ogen niks voor terug. Hij wil dat nu eindelijk de schulden, al is het maar gedeeltelijk, worden kwijtgescholden.
De andere premier die een blauwtje heeft gelopen is de Poolse Beata Szydlo. Tijdens de vorige Europese top in Brussel werd ze door alle andere leiders ruw in de hoek gezet toen ze de herbenoeming van haar landgenoot Donald Tusk als voorzitter van de Europese Raad wilde blokkeren. Bovendien hebben de Polen er schoon genoeg van dat de Europese Unie ze belerend toespreekt over democratie, scheiding der machten en persvrijheid.
De Polen hebben steun van andere Oost-Europese landen. De leiders van Hongarije, Tsjechië en Slowakije, de zogenoemde Visegrad groep, vinden dat Brussel meer aan de lidstaten moet overlaten. “Niet meer Europa, maar een beter Europa”, is de slogan van de Hongaarse president Orban.
Ze voelen niks voor de plannen van met name Duitsland om te komen tot een Europese Unie van verschillende snelheden. Het woord kopgroep valt vaak. Meer samenwerken zoals in de eurogroep of stappen zetten op het gebied van belastingharmonisatie. Landen die niet mee willen doen, of niet mee kunnen doen, hoeven zich niet aan te sluiten, zo is de gedachte.
Hoewel het al langer mogelijk is om met een aantal landen onderling afspraken te maken, lijkt het nu opeens de oplossing voor alle problemen. Van de toekomstscenario’s die onlangs door de Europese Commissie werden geschetst als voorbereiding op de bijeenkomst in Rome, is het scenario van de kopgroepen het populairst bij de founding fathers van Europa: Duitsland en Frankrijk. De Franse president noemde het zelfs noodzakelijk om te voorkomen dat de EU ontploft.
Het 'hiep hiep hoera' zal vandaag nog wel klinken op het feestje. Maar of iemand nog het oude adagium van Robert Schuman, één van de grondleggers van de EU, gaat aanhalen is zeer de vraag. “Het verenigd Europa zal moeten worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijking, waarbij feitelijke solidariteit als uitgangspunt zal moeten worden genomen.”
27 landen kunnen nog voldoende solidariteit opbrengen om vandaag in de zaal waar het zestig jaar geleden allemaal begon, aan te schuiven voor het feestprogramma. De grote afwezige is vandaag premier May van Groot-Brittannië. Nog wel lid van de EU, maar over een paar dagen gaan de scheidingspapieren op de bus. Het wordt een gek feestje.