'Politiek moet problemen jeugdzorg snel aanpakken'
Jeugdhulporganisaties zijn nog ontevreden over de zorg die gemeenten organiseren voor kinderen, blijkt uit een gezamenlijke brief die ze naar de Tweede Kamer sturen. Ze waarschuwen politieke partijen dat ze nog een harde dobber aan de jeugdzorg gaan krijgen na de verkiezingen.
De brief is geschreven in de aanloop naar een verkiezingsdebat over de jeugdzorg, vanavond in Den Haag. Verder komt de jeugdhulp donderdag aan de orde in de Tweede Kamer.
Koepelorganisaties Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicapten Nederland en de Vereniging Orthopedagogische BehandelCentra maken zich grote zorgen. Op vier punten moet de politiek ingrijpen, stellen ze. Er moet meer geld komen voor professionelere wijkteams, gemeenten moeten beter samenwerken, de bureaucratie moet snel verminderen en gemeenten moeten hogere tarieven stellen.
Randzaken
Toen gemeenten verantwoordelijk werden voor jeugdzorg, was de bedoeling dat de jeugdhulp zou verbeteren. Zo moest de zorg meer op maat worden, toegankelijker en dichter bij het kind.
Van dat ideaal is twee jaar nadien nog weinig terug te zien, schrijft Jeugdzorg Nederland-voorzitter Hans Spigt in een opiniestuk namens alle jeugdhulpbranches. "Wel zien we dat er gestuurd wordt op systemen, geld en controle. Te veel tijd en energie, en dus ook geld, gaan naar randzaken. Naar regio's die uit elkaar vallen, naar bureaucratie en naar foute verwijzingen."
Ook Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer is kritisch. "Het systeem kraakt en piept en dat heeft effect op de kwaliteit van de hulp. Intussen zien we waar dat toe leidt", zegt ze. "Een flinke toename van het aantal crisisplaatsingen in de gesloten jeugdzorg in 2016, signalen over een nieuwe toename van het aantal ondertoezichtstellingen na de aanvankelijke daling in 2015, steeds jongere kinderen die in de jeugdzorgplus belanden. De jeugdhulp is op dit moment nog niet dat betere systeem dat we voor ogen hadden met de decentralisatie."