'Deel mbo al tijdens vmbo doen'
Het kabinet wil de opzet van het vmbo aanpassen. Scholen kunnen voortaan één opleiding aanbieden, waarbij vmbo en mbo voor een deel in elkaar geschoven worden. Vmbo'ers volgen dan alvast lessen op het mbo, zodat de overstap minder groot is. Of ze volgen een mbo-vak op hun eigen vmbo-school. Daarmee krijgen snelle leerlingen de kans om hun mbo-diploma een jaar eerder te halen.
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker willen de wet ertoe aanpassen en komen daarmee tegemoet aan een wens van de Tweede Kamer. Doel is meer leerlingen aan een mbo-diploma of startkwalificatie te helpen: het tweede leerjaar van het mbo.
De helft van de leerlingen in Nederland gaat naar het vmbo. Die opleiding duurt vier jaar. Veel leerlingen willen daarna nog twee jaar het mbo doen, maar dat lukt niet iedereen. Staatssecretaris Dekker: "Soms zie je dat overstap van het eigen veilige vmbo best heel groot is, als je 16 bent en ineens naar een heel groot ROC moet. We gaan de onderwijssoorten nu beter in elkaar klikken."
Geen grote stelselherziening
Dekker benadrukt dat het niet om een grote stelselherziening gaat. "Voor sommige leerlingen verandert er helemaal niets. Voor anderen betekent het dat we meer gaan variëren met wat er kan. We hebben hierover veel contact gehad met scholen en er is veel enthousiasme."
Maar het wordt volgens Dekker niet one size fits all. Sommige leerlingen zullen op hun eigen vakcollege meer les krijgen in hun richting, anderen zullen al eerder tijdens het vmbo lessen op het mbo kunnen volgen.
Praktischer
Bussemaker en staatssecretaris Dekker willen ook dat de vmbo-opleiding een stuk praktischer wordt.
Veel vmbo-leerlingen kiezen nu voor de theoretische leerweg, omdat die hoger staat aangeschreven. Dat verschil gaat verdwijnen: het kabinet wil dat de theoretische en gemengde leerweg worden samengevoegd.
Door het vmbo praktischer te maken en meer samen te werken met het bedrijfsleven hopen Dekker en Bussemaker dat leerlingen sneller een baan vinden, omdat ze vakken leren waaraan in hun regio behoefte is.