Mensen met ADHD hebben iets kleinere hersenen
Bepaalde hersengebieden van mensen met ADHD zijn kleiner dan die van mensen zonder ADHD, blijkt uit een groot onderzoek van het Radboudumc in Nijmegen.
"Het grootste verschil zien we bij kinderen", vertelt onderzoekster Martine Hoogman in het NOS Radio 1 Journaal. "Bij volwassenen zien we nog wel een trend, maar is het verschil niet zo groot als bij kinderen."
De onderzoekers bekeken zeven hersengebieden. Verschillende al bestaande hersenstudies werden gecombineerd. "Daaruit kwamen toen een paar duizend verschillende hersenscans en die hebben we naast elkaar gelegd. Van de zeven hersengebieden zagen we bij vijf een significante afwijking."
ADHD verdient dus net zoveel aandacht als andere psychiatrische stoornissen.
ADHD wordt nu nog vaak toegeschreven aan de ouders of er wordt van gezegd dat het tussen de oren zit. "Dit onderzoek toont aan dat er wel degelijk verschillen zijn in de hersenen. Dat zien we ook bij andere psychiatrische stoornissen zoals bij depressies. Daarom zou het gek zijn als we nu niet zouden aannemen dat ADHD een psychische stoornis is", vertelt Martine Hoogman. "ADHD verdient dus net zoveel aandacht als andere psychiatrische stoornissen."
Swanet Woldhuis, directeur van de oudervereniging Balans, is blij met het biologische aspect van het onderzoek. "Maar dat is natuurlijk maar één aspect. We vinden het nog belangrijker dat ADHD als geheel bekeken wordt. Er spelen veel meer factoren een rol bij het ontstaan ervan."
Dit soort onderzoek helpt ouders van kinderen met ADHD wel degelijk, zegt zij. "Het onderstreept dat het belangrijk is om ADHD als ontwikkelingsstoornis serieus te nemen. Dus dat je dat als samenleving ook doet. Liever noemen we ADHD geen ziekte, maar een ontwikkelingsstoornis – zoals het nu al genoemd wordt. Het belangrijkste vinden we dat er aandacht is voor het individuele kind en de ouders. Dat er per kind gekeken wordt bij welk type zorg het kind gebaat is."
Een verschil in het volume van de hersenen is nu dus aangetoond, maar dat betekent niet per se dat mensen met ADHD minder slim zijn. "De gebieden in de hersenen waarin we de verschillen zien hebben vooral te maken met gedragskenmerken, zoals bijvoorbeeld het herkennen van emotionele stimuli. Van die gebieden weten we de functies en die kunnen we daarom linken aan ADHD."
Wat de uitkomst betekent voor de toekomst, is nog niet helemaal duidelijk. "Het is niet mogelijk om het hersenvolume van iemand te wijzigen", zegt Hoogman.
Wel zou de ontdekking ertoe kunnen leiden dat het ontstaan van de ziekte in de toekomst beter te begrijpen is en de diagnose daardoor beter te stellen.