Topondernemers in geweer tegen negativisme en populisme
Topbestuurders van grote Nederlandse ondernemingen willen een beweging creëren om de economie aan te jagen, en zo het hoofd bieden aan de negatieve sentimenten in de samenleving, schrijft het Financieele Dagblad. Nederlanders laten zich nu te veel leiden door angst voor de toekomst, merken multinationals als Unilever, Ahold en Philips. Dat negativisme speelt populisten in de kaart, zeggen de bedrijven.
Deze ondernemingen hebben met andere partners, onder wie Shell en FrieslandCampina, het afgelopen jaar overlegd over een aanpak om het tij te keren. Nederland moet zich volgens hen richten op het bieden van oplossingen voor de grote problemen in de wereld.
Wederopbouw
"Het ontbreekt aan groeiperspectief, en dat voedt het negativisme", zegt Jan Zijderveld, directeur Europa bij Unilever. Net als bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, hebben mensen ook nu behoefte aan een duidelijk doel om zich voor in te spannen en vertrouwen te krijgen in de toekomst, meent hij.
De bestuurders willen dat Nederland zich opwerpt als expertisecentrum voor de grote problemen in de wereld, zoals de zorg voor voldoende voedsel en drinkwater voor de groeiende wereldbevolking, de overstap naar duurzame energie, vergrijzing en de logistieke problemen van snel groeiende steden. 'Global problems, Dutch solutions', in de woorden van Zijderveld.
Geen loket
Met de aanpak van deze vraagstukken en de bijbehorende opdrachten voor het Nederlandse bedrijfsleven "kunnen we de komende twintig jaar aan de slag", zegt de Unilever-directeur. Hij wijst erop dat er geen 'loket' komt waar bedrijven zich kunnen melden, maar hoopt erop dat het nieuwe perspectief een beweging onder het bedrijfsleven en de politiek losmaakt.
In het recente verleden zijn er meer initiatieven gepresenteerd om Nederland in te laten springen op wereldwijde problemen. Zo lanceerden werkgeversorganisaties vorig jaar NL Next Level, een toekomstvisie om Nederland 'op alle fronten bij de wereldtop te houden'.
En gisteren maakten drie bewindslieden bekend dat er een groot investeringsfonds komt voor Nederlandse bedrijven, zodat ze de concurrentie met het buitenland beter aankunnen. Daarbij gaat het vooral om opdrachten voor duurzame projecten op het gebied van energie, mobiliteit, voedsel en digitalisering.