Europees rapport: Nederland gaat energiedoelstellingen niet halen
Nederland gaat de Europese doelstellingen voor duurzame energie die zijn gesteld voor 2020 niet halen. Dat zegt de Europese Commissie in een voortgangsrapport over energie. Het ministerie van Economische Zaken zegt dat het rapport is gebaseerd op oude cijfers.
In Europa is afgesproken dat Nederland in 2020 14 procent van de energie uit duurzame bronnen moet halen en dat de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent moet zijn verminderd, maar volgens het rapport loopt Nederland te ver achter om deze doelstellingen nog te kunnen halen.
Windmolenparken
Nederland is op het gebied van duurzame energie al lang een van de slechtst scorende landen van Europa, zegt verslaggever Henrik-Willem Hofs. "Van oudsher is Nederland een olie- en gasland. Pas sinds het Energieakkoord uit 2013 begint duurzame energie op stoom te komen met onder meer de windmolenparken in de Noordzee, maar het heeft allemaal nog wat jaren nodig."
De vermelding in het rapport van de Europese Commissie heeft geen gevolgen, zegt Hofs. "Nederland krijgt geen straf. Dit rapport moet je zien als 'naming and shaming', maar het heeft geen consequenties." Ook Luxemburg en Frankrijk lopen achter op schema.
Het gaat lang duren voordat Nederland de achterstand op andere Europese landen heeft ingehaald. "Er zijn veel landen die veel hoogteverschillen hebben, waar ze veel gebruikmaken van waterkracht. Nederland moet het doen met zonne- en windenergie en dat neemt veel ruimte in beslag. Maar dat soort zaken zijn ook meegenomen bij het bepalen van de doelen voor 2020", zegt Hofs.
Oude cijfers
Het ministerie van Economische Zaken zegt in een reactie dat het rapport van de Europese Commissie gebaseerd is op oude cijfers en dat de energietransitie in Nederland een stuk sneller gaat dan in Europa wordt gedacht.
"Uit de Nationale Energieverkenning van 2016 (opgesteld door het Energieonderzoek Centrum Nederland, het Planbureau voor de Leefomgeving en het CBS) blijkt dat we de doelstellingen wel gaan halen", zegt een woordvoerder van het ministerie.