Kees Verkerk met zijn bontmuts
NOS SchaatsenAangepast

De bontmuts als inspiratiebron voor Kees Verkerk

Met een verrassende zilveren plak op de Winterspelen van 1964 in Innsbruck beleeft Kees Verkerk zijn grote doorbraak. Zijn moeder is er getuige van en viert het feestje mee, getooid met een bontmuts. De vreugde wordt al snel gevolgd door bitter verdriet. In de nacht na de huldiging overlijdt Verkerks moeder. De bontmuts is zijn belangrijkste aandenken.

Zondag 22 januari vertelt Andere Tijden Sport het verhaal van Kees Verkerk en het beroemd geworden hoofddeksel. Maker Kees Jongkind bezoekt de nu 74-jarige Verkerk in Noorwegen en is aanwezig bij een familiereünie in het oude café van de familie. En daar komt een oude bekende langs: Ard Schenk.

De bontmuts van Kees Verkerk: uniek verhaal, unieke beelden

Kees Verkerk groeide op in Puttershoek, een dorp in de Hoeksche Waard, provincie Zuid-Holland. Daar aan de binnenhaven hadden zijn ouders een café, waar ook Kees regelmatig achter de bar stond. In dat café begon in 1964 de huldiging voor zijn zilveren medaille van Innsbruck.

Zijn moeder was die bewuste avond snel moe en ging vroeg naar bed. De volgende ochtend deed Kees, net terug van een conditietraining, een schokkende ontdekking. "Ik dacht dat ze nog sliep, maar na het douchen vond ik het raar. Ik legde mijn hand op haar voorhoofd, haar gezicht was helemaal wit en koud."

'De schuld van de medaille'

De moeder van Kees was overleden. Verkerk rende meteen naar beneden naar het café, en zei tussen de muziek en de herrie door: "Moeder is dood en dat is de schuld van de medaille." Zijn moeder overleed aan een hartstilstand. Verkerk dacht dat de stress rond de Spelen haar te veel was geworden.

'De schuld van de medaille'

Verkerk wilde eigenlijk stoppen met schaatsen, maar zijn zus haalde hem over toch door te gaan. Maar niet zonder zijn moeders bontmuts. Die ging tien jaar lang mee in de koffer. Een bron van inspiratie, een bewijs dat het leven doorgaat, dat je niet moet opgeven.

In vitrinekast in Noorwegen

Wereldtitels in 1966 en 1967 volgden en in 1968 won hij in Grenoble olympisch goud. Bij zijn huldigingen droeg Verkerk steevast de bontmuts. De bontmuts kenmerkt de glorietijden van het Nederlandse schaatsen, de tijden van 'Ard en Keessie'.

De bontmuts zei Kees Verkerk dat het leven doorging

Verkerk trouwde met een Noorse en verhuisde na zijn loopbaan naar het Scandinavische land. Daar bouwde hij een nieuw leven op en beheert hij met zijn vrouw een recreatiepark aan de Noorse kust. Al zijn herinneringen zijn opgeborgen, ver weg van Nederland. Foto's in dozen, in zakken, medailles aan de muur.

De bontmuts ligt veilig in een vitrinekast. Met een schroeiplek, overgehouden aan een oven in Finland. "Mijn wilskracht kwam uit mijn muts", zegt Verkerk. "Een rare historie, maar die bontmuts heeft me groot gemaakt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl