Skigebieden halen alles uit kast voor witte pistes
"De Oostenrijkers hebben flink hun best gedaan, en daar zijn we blij mee", klinkt het bij de skilift in het Oostenrijkse Westendorf. Ook deze kerstvakantie betreden daar weer veel Nederlanders de pistes, mede dankzij kunstsneeuw.
Laaggelegen wintersportgebieden kunnen eigenlijk niet meer zonder. De Alpen warmen op, de sneeuwgrens trekt zich verder naar boven terug en natuurlijke sneeuw is op veel plekken lang niet altijd meer een garantie. Wintersportgebieden investeren daarom miljoenen euro's in de nieuwste technische snufjes om met behulp van kunstsneeuw het gebied aantrekkelijk te houden voor wintersporttoeristen.
Exploitant SkiWelt investeert dit jaar 12 miljoen euro in het wintersportgebied van Westendorf, om te voorkomen dat het voor de toeristen uitdraait op droog-skiën. "We steken elk jaar geld in energiezuinige innovaties om sneeuw te kunnen maken", zegt Anita Baumgartner van SkiWelt.
Bij de Oostenrijkse wet is geregeld dat kunstsneeuw alleen gemaakt mag worden tussen 1 november en 15 maart. Rivierwater mag niet worden gebruikt. "Het zou dan te veel energie kosten om dat water weer terug op de berg te krijgen", licht Baumgartner toe.
Om toch kunstsneeuw te kunnen maken, heeft SkiWelt dertien meren aangelegd in de bergen rondom Westendorf. Bij de aanleg van de meren is volgens Baumgartner veel rekening gehouden met flora en fauna. "Zodat de omgeving er ook in de lente en zomer mooi uitziet. Bovendien is het water waarvan we de sneeuw maken van drinkkwaliteit en vloeit het uiteindelijk terug in de natuurlijke kringloop."
Baumgartner benadrukt dat ze de sneeuw zo duurzaam mogelijk produceren. "Sinds 2008 zijn er steeds meer zonnepanelen bij gekomen om de energie die nodig is voor sneeuwproductie zo zuinig mogelijk op te wekken."
Sneeuwdepots
Ook de burgemeester van Westendorf, Annemarie Plieseis, zegt dat de kunstsneeuw duurzaam wordt gemaakt. Er zijn heel strenge voorschriften voor het maken van kunstsneeuw. We maken kunstsneeuw uit enkel water en lucht", zegt Plieseis.
Plieseis denkt dat 'sneeuwdepots' in de toekomst veel gangbaarder zullen worden. In die depots wordt sneeuw als het ware opgeslagen en afgedekt in hoger gelegen gebieden.
Toch zijn milieubewegingen kritisch op het toepassen van al die technieken die met kunstsneeuw de wintersportgebieden overeind houden.
"Water- en energieverbruik blijven het grootste probleem met kunstsneeuw", zegt Joop Spijker, natuur- en milieuonderzoeker aan de Universiteit Wageningen. "Het watergebruik om sneeuw te maken komt overeen met het gebruik van een stad ter grootte van Amsterdam. En het energieverbruik komt overeen met het jaarlijkse energieverbruik van een stad met 150.000 inwoners."
Skip de ski's?
"De vraag is hoelang je moet blijven opboksen tegen klimaatverandering", zegt Spijker. "Tot dusverre lijkt de klimaatverandering in de Alpen circa tweemaal zo snel te gaan als de wereldwijd gemiddelde temperatuurstijging. Dat heeft mogelijk te maken met minder langdurige sneeuwbedekking en het verdwijnen van gletsjers."
Als lid van de Internationale Milieucommissie van bergsportfederaties, heeft Spijker veel contact met CIPRA, een internationale commissie die zich toelegt op het beschermen van de Alpen. Volgens CIPRA moeten de laaggelegen Alpengebieden hun toerisme-focus gaan verleggen. "Het zou goed zijn als de aandacht om toeristen te trekken meer uitgaat naar de zomer, in plaats van alleen naar de winter. Bergen zijn altijd aantrekkelijk."
Of de aandacht nou wordt verlegd of niet, een oplossing wordt er altijd wel gevonden, zegt burgemeester Plieseis. "Natuurlijk denken we na over wat te doen als het minder wordt. Dan moeten we met nieuwe ideeën komen. We zijn een vindingrijk volk. Ik heb er het volste vertrouwen in dat we ook dan vindingrijk zullen zijn."