Moslims komen samen voor het ochtendgebed in de Mevlana-moskee in Rotterdam
NOS NieuwsAangepast

Aantal moslims in Nederland blijft al jaren constant

Al jaren daalt het aantal christenen in Nederland, meldt het CBS. Maar het relatieve aantal moslims blijft gelijk. Zoals er binnen het christendom talloze stromingen zijn, zijn die er ook binnen de islam. Tot welke groepen behoren de Nederlandse moslims?

Soennisme en sjiisme

De twee grootste stromingen binnen de islam zijn het soennisme en het sjiisme. Die splitsing is ontstaan als gevolg van de opvolging van de profeet Mohammed. Simpel gezegd vinden sjiieten dat de leider van de geloofsgemeenschap een afstammeling moet zijn van Mohammed, terwijl soennieten vinden dat iedere moslim uit de stam van Mohammed geschikt is als leider.

De meeste moslims in Nederland zijn soennitisch. Wereldwijd is dat ook de grootste stroming: 85 procent van de moslims is soennitisch. Binnen het soennisme zijn er wel veel verschillen. Iedereen belijdt het geloof op zijn eigen manier.

Sommigen bidden meerdere keren per dag en gaan wekelijks naar de moskee, anderen gaan alleen op feestdagen. Toch speelt ook voor niet-praktiserende moslims de islam een belangrijke rol in hun leven. Ze trouwen bijvoorbeeld het liefst met iemand die ook moslim is.

Marokkanen en Turken

Er zijn naar schatting zo'n 1 miljoen moslims in Nederland. De meesten hebben een Marokkaanse of Turkse achtergrond. Vrijwel alle Marokkaanse (97 procent) en Turkse Nederlanders (94 procent) noemen zich gelovig, schreef het Sociaal Cultureel Planbureau in 2012.

De Marokkaanse Nederlanders zijn een redelijk homogene groep. Zij zijn over het algemeen malakitische soennieten, zegt Gerard Wiegers, hoogleraar Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.

Alevieten

Onder Turkse Nederlanders bestaat meer diversiteit. Binnen de Turkse gemeenschap zijn er veel alevieten. Dat is een stroming die volgens Wiegers meer tegen de sjiitische stroming aan zit. Alevieten bidden over het algemeen niet vijf keer per dag en kennen geen moskeeën. Ook vasten zij minder lang tijdens de ramadan dan andere moslims.

Het verschil tussen Marokkanen en Turken is duidelijk te zien in het SCP-rapport Moslim in Nederland 2012. Waar toen 76 procent van de Marokkaanse Nederlanders vijf keer per dag bad, deed slechts 27 procent van de Turken dat. Ook deden Marokkanen vaker mee aan de ramadan (93 procent tegenover 66 procent) en droegen vrouwen vaker een hoofddoek (64 procent tegenover 48 procent).

Kleinere groepen

Andere landen waar moslims in Nederland vandaan komen zijn Afghanistan, Irak, Iran en Somalië. Van deze vier kleinere groepen zijn Somaliërs volgens het SCP-rapport het strengst in de leer. Zij gaan het vaakst naar de moskee, bidden meestal vijf keer per dag en vrouwen dragen het vaakst een hoofddoek.

Moslims tijdens het vrijdaggebed in de Imam Malik-moskee in Leiden

Niet alleen qua afkomst, maar ook qua leeftijd zijn er verschillen tussen de moslims. Over het algemeen is de eerste generatie migranten behoudender dan de tweede generatie, maar de verschillen zijn niet groot.

Zo ligt het aantal moslims van de tweede generatie dat vijf keer per dag bidt niet veel lager dan het aantal van de eerste generatie. Wel dragen veel minder vrouwen van de tweede generatie een hoofddoek.

Het aandeel moslims van de tweede generatie dat wekelijks naar de moskee gaat, nam de laatste jaren wel toe.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl