Databank voor bewijs van gruweldaden in Syrië
De Verenigde Naties gaan actief bewijsmateriaal verzamelen van oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen in Syrië. Het bewijs komt in een databank en wordt overgedragen aan rechtbanken als een betrokkene zich in de toekomst moet verantwoorden voor de gruweldaden.
Het gaat om bewijsmateriaal van misdaden die zijn begaan door alle strijdende partijen in Syrië. Daaronder vallen het regime van president Assad, terreurgroep Islamitische Staat en rebellengroepen. Het plan kreeg de steun van 105 van de 193 VN-leden.
'Straffeloosheid voorkomen'
Nederland trekt een miljoen euro uit voor het project. "De daders mogen hun straf niet ontlopen", zegt minister Koenders van Buitenlandse Zaken. Volgens hem is er al veel bewijs beschikbaar, maar dat is vaak versnipperd en niet op één plaats aanwezig.
Rusland en China hebben onderzoek naar oorlogsmisdaden door het Internationaal Strafhof steeds geblokkeerd. Volgens Koenders moet daarom nu goed worden vastgelegd wat er in Syrië gebeurt. "In Cambodja heeft het dertig jaar geduurd voordat de daders vervolgd konden worden. Hopelijk hoeft het voor Syrië niet zo lang te duren."
De resolutie waarover nu is gestemd, was een initiatief van Liechtenstein. Volgens dat land heeft de internationale gemeenschap tot nu toe gefaald en is daarvan het signaal uitgegaan "dat het plegen van oorlogsmisdaden een strategie is die wordt gedoogd en geen gevolgen heeft".