Alle info uit Syrië is gekleurd. Hoe gaat de NOS daarmee om?
De gewapende man op deze foto vocht tegen het Syrische regeringsleger in Aleppo. Is hij een rebel, een terrorist of een vrijheidsstrijder? Het is maar net aan welke Syriër je het vraagt.
Over de herovering van Aleppo is de afgelopen dagen een stroom aan nieuwsverhalen gepubliceerd. Over de hele wereld, en ook door de NOS. Kun je als Syrië-correspondent eigenlijk wel eerlijk verslag doen van de oorlogssituatie in het land?
"Dat is erg moeilijk", geeft oud-correspondent Lex Runderkamp toe. "Je moet eigenlijk zo veel mogelijk ter plaatse kijken om informatie te dubbelchecken. Helaas zijn er weinig tot geen buitenlandse journalisten meer in Aleppo. We zijn dus aangewezen op informatie van persbureaus en gekleurde verhalen van inwoners van de stad."
Runderkamp deed meerdere keren verslag vanuit de Syrische miljoenenstad, de laatste keer was in 2014. "De basis als oorlogsjournalist: praat met mensen die zo min mogelijk een politieke agenda hebben. Als je een portret maakt van achtergebleven bejaarden in de stad, hoef je niet veel politieke uitleg te geven."
In zijn tijd als correspondent verbleef hij regelmatig tussen de rebellen in Syrië. Runderkamp probeerde dan vooral vluchtelingen op te zoeken en hun ervaringen weer te geven.
Sympathie voor rebellen
Runderkamp legt uit dat hij wel eens te maken kreeg met twitteraars die hem van partijdigheid beschuldigden. "Die dachten dat ik alleen uit sympathie met de rebellen daar was om te filmen." De correspondent benadrukte dan dat hij daar was daar om zijn werk te doen. Hij probeerde altijd zo goed mogelijk duidelijk te maken tot welk kamp zijn sprekers behoorden.
De Vlaamse oorlogsjournalist Rudi Vranckx zei gisteravond in het Belgische programma Terzake dat hij nog nooit had meegemaakt "dat er zoveel leugens zijn verspreid" in een gebied als nu in Syrië.
"Ik heb de slachtoffers gezien. Ik heb ook de gevolgen gezien van chlooraanvallen. En dan daarna word je via Twitter en Facebook uitgescholden voor leugenaar. Het wordt keihard ontkend. Op die sociale media wordt heel bewust opgetreden vanuit de machten die in zo'n conflict spelen, men probeert in te grijpen op de bewustmaking van de mensen. Men probeert heel bewust zelf leugens te verspreiden en mensen, journalisten in diskrediet te brengen."
Volgens Vranckx is de manier waarop Russische media over de burgeroorlog in Syrië berichten 180 graden anders dan in het Westen. Dat heeft te maken met de steun van Rusland voor de Syrische president Assad bij zijn strijd tegen de opstandelingen. Volgens de Russische president Poetin ligt de prioriteit bij het herstellen van stabiliteit in het land.
Alle partijen zijn betrokken
Dat in het Westen het beeld van Assad als bad guy overheerst, komt volgens Runderkamp mede doordat de misdaden van opstandelingen moeilijker in beeld te brengen zijn. Bommen vanuit gevechtsvliegtuigen op woonwijken spreken daarentegen voor zich.
"De good guy bestaat in dit conflict volgens mij niet", analyseert de oud-correspondent. "Alle partijen zijn betrokken. De regering die haar eigen bevolking bombardeert, maar ook de rebellen die mensen ombrengen."
Beide partijen proberen door filmpjes, foto's en beweringen op internet de schijnwerper op de daden van de tegenstander te richten.
Eindredacteur Lambert Teuwissen van de NOS: "Je bent je er altijd van bewust dat de strijdende partijen informatie kunnen weglaten, verdraaien of gebruiken voor hun eigen belang. Daarom is het belangrijk goed duidelijk te maken waar die informatie vandaan komt, zodat lezers daar rekening mee kunnen houden."
Veel internationale media baseren hun berichtgeving over Syrië op het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Denk bijvoorbeeld aan dodenaantallen na luchtaanvallen en bomaanslagen. De organisatie wordt gerund door Rami Abdul Rahman, een soennitische Syriër.
Rami opereert vanuit zijn kantoor in het Engelse Coventry en ontleent zijn informatie aan bronnen en ooggetuigen in Syrië. "Al het nieuws uit Syrië komt van het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten", zegt Rami, die naar eigen zeggen nooit door het Syrische regime van leugens is beschuldigd.
Wel zou hij volgens de regering voor de Britse inlichtingendiensten werken. "Ze hebben ook eens beweerd dat ik van de Moslimbroederschap ben en een andere keer weer dat ik voor de Amerikanen werk."
Om te voorkomen dat je als nieuwsconsument het idee krijgt van 'daar heb je Aleppo weer', voeg je daar mensen aan toe die op Twitter aangeven dat ze in nood zijn.
Media-onderzoeker Nel Ruigrok heeft het te doen met journalisten die willen berichten over Aleppo. "Je wilt nu geen oorlogsjournalist zijn in Syrië. Het is bijna onmogelijk om objectieve berichtgeving te vinden over wat er gaande is."
Het helpt volgens haar als media transparant zijn over waar het nieuws vandaan komt en in hoeverre daarover twijfels zijn. "Vroeger kon een oorlogsjournalist nog leunen op bronnen die informeler waren en wellicht ook vertrouwelijk. Op dit moment is transparantie wel te doen, maar weet je veel minder goed wat de motieven zijn van mensen op Facebook en Twitter."
Compassiemoeheid
Dat journalisten- ook bij de NOS - toch gebruik maken van bronnen op sociale media, heeft volgens haar te maken met 'the compassion fatigue'. Kort gezegd: hoe meer aanslagen, hoe erger de volgende moet zijn om het nieuwswaardig te laten zijn. "Om te voorkomen dat je als nieuwsconsument het idee krijgt van 'daar heb je Aleppo weer', voeg je daar mensen aan toe die op Twitter aangeven dat ze in nood zijn."
Afgelopen week maakten wij ook een dergelijke video:
Over de video is een dag na publicatie op de redactie uitgebreid gediscussieerd over beeldvorming. Daarna werd besloten om bij dergelijke berichten voortaan een kader te plaatsen:
'Hard ons best doen'
"Als we een filmpje op Facebook of Twitter vinden van een treurige familie in nood, moeten we hard ons best doen om te kijken of het geen toneelstukje is om sympathie te winnen voor de rebellen", zegt oud-correspondent Runderkamp.
"We moeten leren omgaan met het nieuwe tijdperk waarin dit soort informatie vrij oncontroleerbaar is. Ook voor de NOS is het ontzettend ingewikkeld. We hebben dit probleem nog nooit zo erg meegemaakt als in het conflict in Syrië."