Rutte: aanvullend EU-besluit over Oekraïne bindend
Als de Europese regeringsleiders het morgen eens worden over een extra verklaring bij het associatieverdrag met Oekraïne, is die wel degelijk juridisch bindend. Dat heeft premier Rutte geantwoord op kritische vragen in de Tweede Kamer.
Het kabinet probeert op de EU-top morgen een akkoord te sluiten met de 27 andere lidstaten. Op die manier hoopt het kabinet dat Nederland het verdrag uiteindelijk kan ratificeren, maar dat tegelijk recht wordt gedaan aan de uitslag van het referendum in april, toen het verdrag werd weggestemd.
In het extra besluit moet onder meer staan dat het verdrag geen opstap is naar een EU-lidmaatschap van Oekraïne, dat er geen 'collectieve veiligheidsgarantie' is van de EU ten opzichte van dat land en dat werknemers uit Oekraïne aan het verdrag geen recht kunnen ontlenen om in de EU te werken.
Vraagtekens
In het Kamerdebat zetten veel fracties vraagtekens bij de status van die eventuele extra verklaring. Volgens Rutte is deze constructie eerder voorgekomen en leidt de verklaring tot juridische verplichtingen voor de ondertekenaars.
De premier zei dat de verklaring alleen hoeft te worden onderschreven door de andere EU-landen en niet door Oekraïne. "Dat laatste is niet nodig, want het gaat hier alleen om verplichtingen van de EU en niet van Oekraïne." Rutte erkende wel dat Oekraïne met de verklaring "moet kunnen leven". Hij heeft er daarom ook contact over met de Oekraïense autoriteiten.
Iedereen wil er vanaf
De premier zei dat er morgen echt knopen moeten worden doorgehakt, want dat deze hele discussie al veel te lang loopt. "Iedereen wil ervan af." Als er morgen een akkoord wordt gesloten, zal het kabinet een dag later al praten over een nieuwe wet om het verdrag goed te keuren.
Een Kamermeerderheid kan zich vinden in de werkwijze van het kabinet en wacht het resultaat van de top af. Daarbij is de ene fractie veel enthousiaster dan de andere. Net als bij eerdere gelegenheden zijn SP, PVV en de groep Bontes/Van Klaveren ronduit tegen de pogingen van het kabinet.
Zij vinden dat het kabinet uit de uitslag van het referendum maar één conclusie kan trekken: de goedkeuringswet bij het verdrag met Oekraïne moet in de prullenbak.
