Eendenfokkerij relatief vatbaar voor vogelgriep
Vogelgriep treft relatief makkelijk eendenfokkerijen omdat die bedrijven moeite hebben met hygiënisch werken. Eenden poepen namelijk veel en nat.
Dat zegt hoogleraar Arjan Stegeman van de Universiteit Utrecht tegen Omroep Flevoland. Hij is gespecialiseerd in epidemiologie en gezondheidszorg van landbouwdieren. De drie bedrijven in Biddinghuizen waar vogelgriep is geconstateerd en dieren werden geruimd, waren alle eendenfokkerijen.
Vaker verversen
Stegeman legt uit hoe dat komt. Eenden produceren nattere mest dan kippen. Dus moet het strooisel waarop zij verblijven vaker worden aangevuld en ververst. Dat spul ligt bij boeren vóór gebruik vaak buiten of in open schuren opgeslagen. De voorraad is relatief groot.
Het strooisel dat buiten ligt, is een aantrekkelijke plek voor wilde eenden en andere vogels om neer te strijken. Ze poepen er. Zodra het strooisel met uitwerpselen in de stal wordt gelegd, is er gevaar op het verspreiden van virussen. Uit onderzoek blijkt dat vogelgriep (bijvoorbeeld de gevaarlijke variant H5N8) vaak via poep wordt overgebracht.
Van eend tot eend
Verder zijn stal-eenden vatbaarder voor vogelgriep dan kippen. Veel wilde vogels die de afgelopen weken de ziekte opliepen, waren kuifeenden. Volgens de epidemioloog slaat het virus makkelijker van eend op eend over dan van een eend op een kip.
Stegeman zegt dat het binnen opslaan van strooisel de kans op verspreiding van vogelgriep kan verkleinen.