Spanning rond hoger beroep Nederlandse gevangene in China
Anderhalf jaar geleden werd hij in zijn woonplaats Peking gearresteerd, de Nederlander Harm Fitié. Hij had volgens de autoriteiten zijn buurman tijdens een ruzie van het terras geduwd. Die overleefde het incident niet. Fitié werd in mei door een Chinese rechtbank veroordeeld tot twaalf jaar cel, vanwege "verwonding met de dood tot gevolg". Fitié ontkent schuld en is in hoger beroep gegaan. Donderdag is er een hoorzitting in de aanloop naar zijn hoger beroep.
Het is niet duidelijk of dit de enige hoorzitting zal zijn of dat er nog meerdere zittingen zullen volgen.
Wang Fu, de advocaat van Fitié, vindt dat het proces niet eerlijk verloopt. Tijdens de eerste zaak is er volgens hem bewust bewijsmateriaal achtergehouden. Dat bewijs zou de onschuld van de Nederlander kunnen bewijzen, zegt Wang.
Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de sandalen van het slachtoffer. Die kunnen bewijzen welke voetafdrukken van het slachtoffer waren en dus hoe hij gevallen is.
Advocaat Wang heeft het Hoger Gerechtshof gevraagd bewijsmateriaal aan te leveren. Hij heeft dat nog niet binnen en als het ook niet voor donderdag komt, is er volgens hem geen sprake van een eerlijk proces.
De Nederlandse ambassade in China houdt de zaak goed in de gaten, laat een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken weten. "We zijn donderdag aanwezig in de rechtszaal en we hebben veel contact met de Chinese autoriteiten."
Het hoger gerechtshof moet toegeven dat de eerste rechter en de politie hun werk niet goed hebben gedaan en dat is hier moeilijk.
Volgens de vriendin van Fitié, Diane van de Smet, en de familie van Fitié zet de Nederlandse ambassade zich in voor de zaak, maar geven ze ook aan zich niet met de Chinese rechtsgang te bemoeien. "We willen geen voorkeursbehandeling, maar wel een eerlijk proces", zegt Van de Smet.
"Om het eerste vonnis te herroepen moet het gerechtshof eigenlijk toegeven dat de eerste rechter en de politie hun werk niet goed hebben gedaan en dat is moeilijk in een land waar harmonie belangrijk is", zegt ze.
Een verzoek van de NOS om commentaar van Chinese justitiële zijde werd door de procureur-generaal in het hoger beroep resoluut afgewezen, met de opmerking: "Wij praten alleen met Chinese media waar we goede relaties mee hebben. De NOS heeft als buitenlands medium niet het recht om een interviewverzoek in te dienen."