Waarom de koning maar weinig 'staatsbezoek' krijgt
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis, schrijft wekelijks over actuele ontwikkelingen rond het koningshuis.
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis, schrijft wekelijks over actuele ontwikkelingen rond het koningshuis.
Koning Willem-Alexander bezoekt vaker collega staatshoofden dan hij ze ontvangt. De verhouding tussen uitgaande en inkomende staatsbezoeken, want daar hebben we het over, hangt nogal uit het lood. De koning ging sinds zijn aantreden, drie-en-half jaar geleden, negen keer op staatsbezoek en was twee keer gastheer bij staatsbezoeken van collega-staatshoofden. Maandag, als de Belgische koning Filip met groot gevolg op staatsbezoek komt, wordt de derde keer.
Dat de koning veel meer op staatsbezoek gaat dan dat hij ‘staatsbezoek krijgt’, hangt onder meer samen met dit protocollair uitgangspunt: “Bij een troonswisseling brengt het nieuwe staatshoofd eerst een bezoek aan het land van het langer-zittende staatshoofd.”
Daarom komt de Belgische koning, die drie maanden na Willem-Alexander de troon besteeg, nu eerst in ons land op staatsbezoek. Overigens staat deze regel andere ontmoetingen, zoals kennismakingsbezoeken, tussen koninklijke staatshoofden, niet in de weg.
Er zit echter ook een structureel kantje aan de ongelijke verhouding tussen uitgaande en inkomende staatsbezoeken van het Nederlandse staatshoofd. De lijst van staatsbezoeken die koningin Beatrix tijdens de 33 jaar van haar koningschap aflegde illustreert dat. Daarop staan 54 uitgaande en 30 inkomende. Een verschil dat meer dan toeval is.
Staatshoofden met veel politieke bevoegdheden en macht zitten doorgaans niet te wachten op van veel toeters en bellen voorziene en dus tijdrovende staatsbezoeken. Gesprekken en ontmoetingen met koningen en presidenten die niet of nauwelijks politieke bevoegdheden hebben zijn voor hen niet relevant.
Geen tijd
Ze hechten meer waarde aan minder protocollaire bezoeken van en aan politieke leiders die in hun land aan de touwtjes trekken. Daarmee kunnen ze zaken doen. Vaak lijken zulke ontmoetingen tussen staatshoofden en regeringsleiders op staatsbezoeken, maar ze zijn het niet. Het bezoek dat premier Rutte deze week aan Indonesië bracht, is daar een sprekend voorbeeld van.
Voor met pracht en praal omgeven staatsbezoeken hebben echte machthebbers vaak geen tijd. Geen wonder dus dat de Chinese president Xi Jinping in maart 2014 zijn staatsbezoek aan ons land combineerde met zijn deelname aan de Nucleaire Veiligheidstop in Den Haag.
Bij het staatsbezoek dat Willem-Alexander in maart dit jaar bracht aan Frankrijk viel het op dat president Hollande bij veel programmaonderdelen verstek liet gaan of maar even zijn neus liet zien. Nog een voorbeeld: toen koning Willem-Alexander vorig jaar zomer een full dressed staatsbezoek aan Canada bracht, kon dat gecombineerd worden met een officieel bezoek aan de Verenigde Staten en een bezoek aan president Obama. Een staatsbezoek was dat niet.
Klassiek
Het driedaagse staatsbezoek van koning Filip aan Nederland volgende week is er een van het klassieke soort. De koningen van zowel Nederland als België worden daarbij politiek geëscorteerd door hun ministers van Buitenlandse Zaken. Minister-president Rutte heeft enkel een lunch en een korte ontmoeting met de Belgische koning. In het gevolg van Filip bevinden zich drie minister-presidenten (die van Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige Gemeenschap) en de voorzitter van het gewest Brussel, maar Rutte’s Belgische collega, premier Charles Michel, is er niet bij.