Straks geen aardgas meer, maar wat dan wel?
Amsterdam maakte vandaag bekend in 2050 een aardgasloze stad te willen zijn om de CO2-uitstoot terug te dringen. Alle huizen moeten tegen die tijd dus op een andere manier verwarmd worden. Voor heel Nederland geldt trouwens dat we de komende decennia afscheid nemen van aardgas. Maar daar komt niet één alternatief voor in de plaats. De beste oplossing verschilt per stad, dorp of wijk.
We zetten de opties op een rij.
Gemeente Amsterdam ziet restwarmte, ook wel bekend als stadsverwarming, als het belangrijkste alternatief voor aardgas. Daarbij wordt 'overtollige' warmte van bijvoorbeeld de industrie of afvalverbrandingsinstallaties gebruikt om huizen te verwarmen. Dat gaat via een netwerk van buizen met warm water. Sommige nieuwbouwwijken in Amsterdam, zoals Amstelkwartier, zijn al aangesloten op dit nieuwe warmtenet en hebben geen aansluiting meer op het aardgasnet.
Maar voor dit systeem moet er dus wel voldoende restwarmte in de buurt zijn. In Amsterdam komt die warmte van het Afval Energie Bedrijf, dat afval verbrandt in het westen van de stad en van een elektriciteitscentrale van Nuon in buurgemeente Diemen. Verder wordt voor de toekomst gedacht aan warmte van staalfabrikant Tata Steel in IJmuiden, bedrijven in de haven van Amsterdam en datacentra.
Niet overal in Nederland is lokaal genoeg industrie om iedereen van restwarmte te voorzien. Onderzoeksbureau CE Delft denkt dat in 2050 zo'n 17 procent van de woningen gebruik zal maken van restwarmte.
Aardwarmte
Een techniek waar CE Delft de komende decennia veel van verwacht is geothermie, oftewel aardwarmte. Daarbij wordt warm water van een diepte van minstens 500 meter onder de grond naar boven gepompt. Nadat huizen ermee verwarmd zijn, wordt het water weer teruggepompt. De verwachting is dat in 2050 maar liefst 44 procent van de woningen met aardwarmte wordt verwarmd, omdat dit in veel gebieden relatief voordelig aangelegd kan worden.
Aardgas mag dan een keer opraken, maar daarvoor in de plaats kunnen we ook gaan stoken met zogeheten groen gas. Dat is gas dat vrijkomt bij de vergisting van allerlei organisch materiaal, zoals koeienmest en plantenresten uit de landbouw.
Het voordeel van groen gas is dat het gewoon via het bestaande gasnet en bestaande ketels vervoerd en verstookt kan worden. Maar er zal bij lange na niet genoeg van zijn om aardgas te vervangen. Dus is de verwachting dat in 2050 slechts 5 procent van de huizen verwarmd kan worden met alleen maar groen gas.
Elektrisch
En dan hebben we nog de optie van verwarming met elektrische radiatoren. Het elektriciteitsnetwerk ligt er al, en met zonnepanelen kun je ook nog eens een deel van de benodigde elektriciteit zelf opwekken. Toch is de verwachting dat dit maar voor een klein deel van het land een optie is.
Want als we massaal elektrisch gaan verwarmen, moet er heel veel in het elektriciteitsnetwerk worden geïnvesteerd, wil het dat aankunnen. Andere opties zijn dan al snel goedkoper. Amsterdam denkt dat enkele wijken, zoals de oude binnenstad en de grachtengordel, elektrisch gaan stoken. Daar is het moeilijker om een restwarmte-net aan te leggen.
Er worden her en der in Nederland ook al zogeheten nul-op-de-meter-woningen gebouwd. Dat zijn huizen die, over een heel jaar gezien, meer energie opwekken dan ze verbruiken. Dat wordt bereikt met zonnepanelen en heel goede isolatie. Maar op koude winterdagen met weinig zon hebben deze woningen ook nog gewoon elektriciteit nodig van het netwerk.
CE Delft verwacht daarom dat slechts 2 procent van de huizen uiteindelijk puur elektrisch verwarmd wordt. Voor nog eens 10 procent van de huizen verwachten ze een combinatie van elektrisch en groen gas.
Hoeveel al deze alternatieven voor aardgas de consument gaan kosten, is nog moeilijk te zeggen. De gemeente Amsterdam zegt het belangrijk te vinden dat consumenten in het begin 'gelokt' worden met een prijs die onder hun huidige energierekening ligt. "Het is wel de vraag of dit prijsvoordeel ook in de toekomst zal gelden", zegt de gemeente er meteen bij.
"Het wordt wel duurder dan nu", zegt Frans Rooijers, directeur van CE Delft. "Aardgas is vrij goedkoop, wil je de CO2-uitstoot terugbrengen, dan kost dat geld." Hij verwacht dat restwarmte van alle nieuwe opties de goedkoopste zal zijn en ongeveer even duur als aardgas nu. "Aardwarmte en warmte-koudeopslag kan je in veel gebieden ook betaalbaar aanleggen, maar het zal wel ietsje duurder zijn."
Rooijers denkt dat gebruikers van groen gas straks het duurst uit zijn. "Aardgas kost nu zo'n 15 cent per kubieke meter. Groen gas is veel duurder om te produceren, dat kost zo'n 60 tot 70 cent, en ik verwacht niet dat die prijs snel zal dalen."
En bestaande woningen omtoveren tot nul-op-de-meterwoningen is ook een dure aangelegenheid. Het vergt nu een investering van tussen de 30.000 en 60.000 euro per woning. Er zijn wel allerlei projecten in Nederland gaande waarbij wordt bekeken hoe die kosten omlaag kunnen.