'Ik bedien geen buitenlanders', hoorde Mohammed in het begin
Een halve eeuw geleden kwamen de eerste Marokkaanse gastarbeiders naar Nederland. Schrijver Sahin Yildirim haalt in het boek Een halve eeuw in Nederland hun herinneringen op. Eén van hen is Mohammed Slaby. Op 17 september 1966 kwam Slaby aan in Nederland.
"Ik was eigenlijk op doorreis naar Stockholm, maar ik werd wakker in Amsterdam". Twee weken keek hij rond in de hoofdstad en hij was meteen verkocht. "Die hele entourage, de Dam, Rokin, het Centraal Station. Er is iets door me heen gegaan van: hier moet je zijn. Amsterdam is een paradijs", zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal.
Mohammed moest halverwege jaren 60 Marokko verlaten omdat hij zijn studie niet meer kon betalen. Halverwege het tweede jaar was hij genoodzaakt te stoppen met zijn opleiding. Hij vertrok naar Nederland en zocht woonruimte. Want, zonder een vast adres krijg je immers geen verblijfsvergunning.
Wennen
Mohammed reageerde op een advertentie in de krant, maar merkte dat Nederland in die periode nog een beetje aan buitenlanders moest wennen. "Ik mocht langskomen, maar toen ik daar aankwam met mijn huidskleur zei die man: sorry meneer, de woning is nét verhuurd. En dat is natuurlijk heel pijnlijk."
Een Nederlandse kennis geloofde het verhaal niet en pakte de telefoon. "Hij belde die verhuurder en vroeg: is die kamer er nog? En die man zei: ja hoor, die is er nog." De kennis zorgde ervoor dat Mohammed koffie kon gaan drinken met de verhuurder. "Die mensen werden uiteindelijk mijn beste vrienden, bijna familie zelfs."
Een buitenlander? Dat past niet in onze familie, zeiden die mensen. Ja, dat was natuurlijk wel heel pijnlijk.
Werken in Nederland is nooit een probleem geweest. "Autospuiterij, een magazijn in Assendelft, daarvandaan naar het Hilton Hotel, het distributiecentrum van Albert Heijn en vanuit daar heb ik gesolliciteerd bij de Vrije Universiteit. Ik werd aangenomen en heb daar tot mijn pensioen, 38 jaar, als medisch laborant gewerkt."
De afgelopen halve eeuw laat een patroon zien van wederzijdse aanpassing. In het begin zocht Mohammed in de supermarkt nog tevergeefs naar paprikapoeder. "Op een gegeven moment was er een meneer Keizer, die heeft een hele grote zaak in de Jordaan. Die ging naar Frankrijk om allerlei exotische producten te kopen. Die man was in een klap rijk."
Maar er was in de afgelopen jaren ook weerstand. Mohammed kreeg een relatie met een Nederlandse vrouw en dat viel helemaal verkeerd. "Een buitenlander? Dat past niet in onze familie, zeiden die mensen. Ja, dat was natuurlijk wel heel pijnlijk."
Er zijn gelukkig heel veel Nederlanders die de rechten van de mens beschermen.
In de jaren 70 keerde extreemrechts zich onder leiding van Joop Glimmerveen tegen de buitenlanders. Nu staat Geert Wilders voor de rechter vanwege zijn minder-Marokkanen-uitspraak. "Ik vind het jammer dat hij dat gezegd heeft", zegt Mohammed. "Maar ik vind het ook wel jammer dat daar een proces voor moet komen. Want ik ben niet iemand van straf, ik ben iemand van dialoog. Daarbij gaat hij uit van het beste van de mens dat hij in de afgelopen jaren vaak heeft gezien.
Zoals eind jaren 60, in de kantine van zijn toenmalige werk. "Daar kwam een juffrouw met koffie en die sloeg mij over. Die zei: ik bedien geen buitenlanders. Ja, dat was heel ernstig. Ik kwam zelf niet eens in actie, maar mijn collega's wel. Er zijn gelukkig heel veel Nederlanders die de rechten van de mens beschermen."