Het hoge woord is eruit: Veldt (32) stopt ermee
Het hoge woord is eruit. Tim Veldt stopt met baanwielrennen. "Ik had al een tijdje besloten dat ik zou stoppen. Maar ik wist niet of ik het naar buiten moest brengen of niet."
Het typeert het bescheiden karakter van de 32-jarige baanrenner, die in zijn carrière toch negen nationale titels bijeen heeft gefietst. "Ik heb een mooie carrière gehad. Ik mocht lange tijd op hoog niveau sporten. Maar na de Spelen in Rio zijn er geen doelen meer die mij inspireren."
Met de negende plaats op het olympische omnium zwaait hij af. "Ik zie geen mogelijkheden meer om me door te ontwikkelen naar een hoger niveau. En dat heb ik wel nodig."
WK-medailles
2005 | zilver | Teamsprint |
2008 | brons | Teamsprint |
2009 | brons | Omnium |
2014 | zilver | Omnium |
Terugkijkend noemt Veldt zijn jaren met Theo Bos en Teun Mulder als eerste. "Het sprinten was een fantastische tijd. We hadden een succesvol team." Het trio snelt in 2005 naar zilver tijdens de wereldkampioenschappen. Tijdens de Spelen van Peking (2008) zijn de verwachtingen hooggespannen, mede door nog een WK-medaille (brons) in datzelfde jaar. "We gingen er met veel vertrouwen naartoe. Maar het lukte niet. Waarom? Daar hebben we het genoeg over gehad. Theo was altijd onze beste man, maar hij was dat toernooi niet op niveau."
Na 2008 valt het team uit elkaar. "Theo ging de weg op en ik zag te weinig perspectief om door te gaan. Zowel individueel als in teamverband."
Van sprinter naar duurrenner
Veldt stapt over naar een ander nummer: het omnium. "Dat was in 2008 en 2009 nog een typisch sprintersonderdeel. Ik pakte gelijk in mijn eerste jaar brons op de WK." Veldt lijkt de juiste keuze te hebben gemaakt. Maar de UCI besluit om het zwaarder te maken. "Het werd bijvoorbeeld een onderdeel over twee dagen, in plaats van één dag." De nummers werden door de jaren heen langer en ook de volgorde veranderde. Zo maakt de UCI de puntenkoers, het onderdeel dat Veldt het minste ligt, het belangrijkste onderdeel. "De puntenkoers was aanvankelijk slechts twintig kilometer, de achtervolging drie kilometer. Nu is het veertig kilometer en dat is echt onmogelijk voor een baansprinter. Bovendien is het ook nog het laatste onderdeel."
Nadat hij plaatsing mist voor de Spelen van Londen (2012) op het omnium (hij kwam wel in actie op de ploegenachtervolging, waarop Nederland zevende werd), behaalt hij in 2014 zilver op de WK. Zijn hoogtepunt. "Dat zie ik als mijn beste prestatie. Het was een bijzondere medaille, ook omdat ik na Londen twijfelde of ik door zou moeten gaan."
'Of ik er alles uit heb gehaald? Ja, zeker'
In Rio moet alles op z'n plek vallen. Maar dat doet het niet. Na een bijrol op de eerste dag, finisht hij dag twee als negende. En dat waren zijn vierde en laatste Spelen. "Of ik er alles uit heb gehaald? Ja, zeker. Wat ik nu ga doen? Dat vind ik nog wel moeilijk. Ik geef mezelf de tijd om me te oriënteren. Ik sluit niets uit. Maar ik heb een mastersopleiding Sportsmanagement aan de Johan Cruyff University gehaald. Dus de kans is groot dat ik in de sportwereld blijf."