Zelfdoding bij een 'voltooid leven', hoe zou dat werken?
Het kabinet wil strikte voorwaarden stellen aan hulp bij zelfdoding voor een 'voltooid leven'. Details moeten nog worden uitgewerkt, maar ministers Schippers en Van der Steur hameren op zorgvuldigheid, toetsbaarheid en transparantie.
"Het opstellen van strikte normen daarbij is niet eenvoudig", geven de ministers toe. Hoewel er daarom nog overleg zal volgen met betrokken partijen, geven ze in hun Kamerbrief alvast een voorzet. Zo zou er een nieuwe 'stervenshulpverlener' moeten komen die de verzoeken toetst.
Hoe zou dat werken?
"Een stervenshulpverlener kan bespreken welke route bewandeld kan worden naar het levenseinde", zegt directeur Robert Schurink van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE). "Hij doet om te beginnen een intake, om te inventariseren waarom er contact is opgenomen. Hij kijkt ook of het vrijwillig en weloverwogen is, of alle andere opties zijn bekeken. Als iemand met deze informatie na een tweede of een derde gesprek toch uit het leven wil stappen, dan kan de stervenshulpverlener een middel bij de apotheek bestellen."
Het kabinet schrijft dat het moet gaan om een "vrijwillig, weloverwogen en duurzaam verzoek" tot levensbeëindiging. "Een in een opwelling gewenste dood, bijvoorbeeld door plotseling ontstaan van liefdesverdriet of direct na een ernstig ongeval, zal niet als een bekwame en duurzame beslissing kunnen worden beschouwd."
Wie kan stervenshulpverlener worden?
Ook hier moeten de details nog worden ingevuld, maar het kabinet heeft de voorkeur voor mensen met een medische achtergrond, omdat zij het beste in staat zouden zijn om te beoordelen of een stervenswens niet het gevolg is van een medische aandoening. Zo mag een depressie nooit voldoende zijn voor hulp bij zelfdoding.
Volgens de ministers ligt het voor de hand om stervenshulpverleners een eigen opleiding te geven, liefst een vervolgstudie na een medische opleiding. "Bij een dergelijke nieuwe beroepsgroep valt te denken aan disciplines die ervaring hebben met existentiële en psychosociale problematiek en met begeleiding van mensen aan het einde van hun leven, zoals verpleegkundigen, psychologen of artsen."
Ook de NVVE denkt er al enkele maanden over na, zegt Schurink. "Het moet iemand zijn die het totale palet kan overzien om kwaliteit van leven te bieden. Dat moet in het gesprek aan de orde komen. Ze moeten de kennis en vaardigheden hebben voor zo'n gesprek, maar ook alle opties kennen om het leven beter te maken."
Worden ouderen geen slachtoffer?
"Belangrijk is dat de wens vrijwillig tot stand komt", benadrukken de ministers. Om dat vast te stellen, zullen meerdere gesprekken met de aanvrager moeten worden gevoerd. Ten minste één daarvan moet onder vier ogen plaatsvinden, om te voorkomen dat partner, familie of vrienden druk uitoefenen.
De stervenshulpverlener zal een dossier moeten bijhouden met alle stappen die zijn genomen. Zo zal de aanvrager een wilsbeschikking moeten tekenen en ligt een second opinion voor de hand. Ook moet er worden gekeken of er niets anders aan de hand is: medische of sociale problemen moeten worden uitgesloten of niet te verhelpen blijken. Net als bij euthanasie zal alles achteraf moeten worden gecontroleerd.
Schurink is niet bang voor misbruik. "In Oregon mogen mensen al 20 jaar zelf een middel mee naar huis nemen als ze dat willen en er is nooit misbruik geconstateerd. Bovendien blijkt vorig jaar 39 procent van de mensen het niet te gebruiken. Door de garantie dat ze het kunnen gebruiken als ze eraan toe zijn, kunnen ze het eind uitstellen."
Het is belangrijk dat de overheid, de samenleving en het individu zich inzetten om een gevoel van 'voltooid leven' te voorkomen.
Ook is Schurink niet bang dat ouderen door bezuinigingen in de zorg maar voor zelfdoding kiezen, zoals de SP suggereerde. "Ik snap dat de SP ontevreden is over de bezuinigingen, maar dat leidt bij ons niet tot meer aanvragen om te sterven. De SP heeft het over het afbraakbeleid van zorg, maar mijn ervaring is dat het niet om zorg draait. Men is gewoon klaar met het leven."
De ministers waarschuwen ook dat een pil van Drion niet als panacee mag dienen. Er moet alles aan gedaan worden om het middel zo min mogelijk te gebruiken. "Het is belangrijk dat de overheid, de samenleving en het individu zich inzetten om een gevoel van 'voltooid leven' te voorkomen."
Om hoeveel mensen gaat het?
Precieze cijfers ontbreken, zegt Schurink. "We weten dat veel mensen die om euthanasie vragen bij de huisarts niet onder de bestaande criteria vallen. Zij worden afgewezen, maar daarmee is hun doodswens niet verdwenen. Mensen zoeken dan andere opties: middelen uit het buitenland bestellen of stoppen met eten en drinken. Dat zijn er ongeveer 2500 per jaar. Met de vergrijzing kan dat nog toenemen."
Schippers en Van der Steur schrijven dat een leeftijdsgrens logisch lijkt, maar geven geen minimumleeftijd. Schurink ziet dat ook liever niet. "Als de overheid een leeftijdsgrens stelt, dan is daar weer discussie over. Voor iedereen zal duidelijk zijn dat het vooral om oudere mensen gaat. Mensen die 200 jaar geleden allang niet meer geleefd zouden hebben. Dat is in 95 procent van de gevallen zo, voor iemand van 40 jaar zal het sporadisch zijn."
Hoe gaat het nu verder?
Of er daadwerkelijk iets gaat veranderen is nog maar de vraag. Het kabinet presenteerde geen wetsvoorstel, maar wil verder overleg met betrokken partijen. Daarna moet de Raad van State nog een oordeel geven over de tekst. Dat kan maanden duren omdat het adviesorgaan in dit precaire dossier zorgvuldig zal willen opereren. De kans lijkt daarom klein dat de Eerste en Tweede Kamer zich hierover kunnen uitspreken voor de verkiezingen van 15 maart volgend jaar. Als tegenstanders van het plan dan in het kabinet komen, is het nog maar de vraag of er iets verandert.