Turkse Nederlanders: te weinig medeleven politiek na coup
Turkse Nederlanders vinden dat Nederlandse politici te weinig medeleven hebben getoond na de couppoging in Turkije. De Turkse Nederlanders zijn daar teleurgesteld over, bleek tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. De coalitiepartijen hebben op hun beurt weinig waardering voor de opstelling van de Turkse organisaties in Nederland.
De hoorzitting was bedoeld om meer zicht te krijgen op de sfeer van bedreiging en intimidatie die in Nederland is ontstaan na de couppoging in juli. Het was een initiatief van SP-Kamerlid Karabulut. Zij wilde praten met organisaties die, zoals zij dat noemt, de lange arm van Ankara vertegenwoordigen. Maar de Turkse organisaties verdedigden zich tegen dat beeld.
Bestuurslid Altuntas van moskeeorganisatie Milli Görüs Noord-Nederland zei daarover: "De arm van Den Haag is langer. U roept ons ter verantwoording, terwijl onze achterban weet hoe die zich moet gedragen." Hij voegde eraan toe dat zijn beweging geen cent van de AK-partij krijgt. "Was het maar waar!"
Eerst empathie
Woordvoerder Tonca van de Islamitische Stichting Nederland ("Wij bedrijven geen politiek in onze Diyanet-moskeeën") vindt dat Nederlandse politici na de coup op zijn minst een delegatie hadden kunnen sturen om hun medeleven te betuigen.
"Het was een aanslag op de democratie. U begon de volgende dag al kritiek te leveren op de arrestaties in opdracht van Erdogan. Ik begrijp die kritiek, maar ik zeg: eerst empathie en dan pas 'hé waar ben je mee bezig'".
De Stichting Islamitisch Centrum Nederland klaagde dat de Nederlandse politici de Turkse organisaties ter verantwoording roepen voor incidenten waar ze niets mee te maken hebben.
Ook de Turkse Federatie Nederland voelt zich eerder slachtoffer dan dader. Woordvoerder Gedik zei dat hij filmmateriaal heeft met bewijzen dat zijn organisatie is aangevallen met stokken, messen en vuurwapens. Hij heeft het materiaal niet vrijgegeven omdat hij geen olie op het vuur wil gooien. Hij is bang dat de Turkse organisaties misbruikt worden voor de verkiezingscampagnes van Nederlandse politici.
Langste tijd
Volgens Kamerlid Azmani van regeringspartij VVD bewijst deze hoorzitting dat de Turkse organisaties in Nederland hun langste tijd gehad hebben. "Het wordt tijd dat tweede-, derde-, vierde-generatie-Turken zich aansluiten bij Nederlandse organisaties en hun loyaliteit verleggen naar Nederland."
Ook de PvdA heeft geen goed woord over voor de opstelling van de Turkse organisaties. Kamerlid Marcouch zei dat hij blij is dat "deze clubs maar 30 procent van de Turkse Nederlanders vertegenwoordigen".
Woensdag debatteert de Tweede Kamer met minister Asscher over integratie, dan zullen de resultaten van de hoorzitting ook worden besproken. CDA-Kamerlid Heerma wil Asscher vragen hoe hij ervoor gaat zorgen dat de organisaties voortaan primair op Nederland gericht zijn en niet op Turkije.