Premier Hongarije lyrisch over ongeldig referendum
De Hongaarse regering is er niet in geslaagd genoeg kiezers naar de stembus te krijgen om nee te zeggen tegen het EU-vluchtelingenbeleid. Toch is de nationalistische premier Viktor Orbán juichend over de uitslag. Hij noemde die uitmuntend.
Over het lage opkomstpercentage liet hij zich niet uit. Om het referendum van vandaag geldig te laten zijn, was een opkomst van minimaal 50 procent (en 1 stem) nodig, maar al snel na het sluiten van de stemlokalen werd duidelijk dat dat percentage bij lange na niet is gehaald. Het ligt ergens tussen de 40 en 45 procent.
Orbán keek liever naar de uitkomst van het referendum. Van de Hongaren die gingen stemmen, wees 98,2 procent het verplicht opnemen van vluchtelingen af. "Dat zo'n grote meerderheid niet wil dat de EU ons oplegt hoeveel mensen wij moeten opvangen, is een duidelijk signaal aan Brussel." Orbán had vooraf gezegd dat hij zou opstappen als hij geen meerderheid van de stemmers achter zich kreeg.
Trots
De premier wil nu in de grondwet laten opnemen dat "alleen het Hongaarse parlement kan beslissen met wie de Hongaren willen samenleven". Orbán wil verder dat de Europese Unie veel minder beslissingsrecht krijgt en dat de macht verschuift naar de lidstaten.
Hij hoopt dat meer landen een referendum zullen houden over de verdeling van vluchtelingen over Europa. "Wij zijn er trots op dat wij de eersten waren."