Panathinaikos-Ajax blijft toch voor altijd 'Wembley '71'

Twee grote namen uit een roemrucht verleden treffen elkaar vanavond in de Europa League: Panathinaikos en Ajax. "Twee clubs met een geweldige geschiedenis", zei Ajax-trainer Peter Bosz gisteren. "Kijk maar naar de Europa Cup-finale uit 1971."

Een goed idee, want het was woensdag 2 juni 1971 een prachtige vroege zomeravond in Londen. Op Wembley stonden de Amsterdammers onder leiding van trainer Rinus Michels tegenover de Grieken, met de Hongaarse voetballegende Ferenc Puskás als trainer.

Meer dan 83.000 toeschouwers zagen Ajax zijn eerste Europa Cup I winnen, door doelpunten van Dick van Dijk en Arie Haan.

De vreugde bij de Amsterdammers was natuurlijk groot. Niemand kon toen nog weten dat Ajax de Europa Cup I ook de twee seizoenen daarop zou veroveren. "Zo blij als een kind", omschreef Johan Cruijff zijn gevoelens na afloop in de kleedkamer.

En de huldiging op het Leidseplein was voor de Ajacieden ook onvergetelijk. "Ik heb geen woorden te zeggen.", sprak de afscheidnemende aanvoerder Velibor Vasovic. "Kijkt u zelf maar."

Het zijn mooie beelden uit een roemrucht verleden. Beide clubs troffen elkaar later nog een keer op het hoogste Europese niveau. In de halve finales van de Champions League in 1996. Ajax verloor destijds thuis met 1-0, maar maakte dat in Athene ruimschoots goed met een 3-0 overwinning.

Sindsdien zijn de Europese successen van beide ploegen opgedroogd. Is er in deze tijden van modern voetbal nog kans op een terugkeer op het hoogste niveau? "Normaal gesproken zit dat er niet meer in", sprak Ajax-trainer Bosz gisteren eerlijk.