Rennend door 'vuile stadsoorlog' in Sirte, waar IS ooit de baas was
De heerschappij van IS in Sirte is voorbij. Dat hoopt de Libische premier Fayez Seraj duidelijk te maken met zijn bliksembezoek aan de stad. Huis voor huis hebben zijn strijders gevochten om de indringers van Islamitische Staat te verslaan. Die maakten hier meer dan een jaar de dienst uit.
De Belgische VRT-journalist Rudi Vranckx ging diep de stad in:
De door de Verenigde Naties erkende premier bezoekt met zijn gevolg een conferentiecentrum waar de extremisten zich hadden verschanst. Veel van de ruiten zijn gesneuveld, maar de zwarte vlag van IS wappert nergens meer. "We hebben vooruitgang geboekt dankzij de moed van onze helden en onze jonge mannen", zegt de premier. "Velen dachten dat Sirte een internationaal slagveld zou worden, een nieuw Syrië. Maar onze jonge mannen hebben dat voorkomen."
Slachtofferratio: een op vier
Daarvoor betaalden zij een zeer hoge prijs. De premier waagt zich niet in het deel van Sirte waar de laatste IS-strijders zich hebben verschanst, de zogeheten Wijk 3. Daar vechten zijn strijders in een moeizame en zeer bloedige stadsguerrilla tegen IS. Ze worden daarbij gesteund door Amerikaanse bommenwerpers, die IS-strijders vanuit de lucht bestoken. Maar de vijand verdedigt zich met met autobommen, sluipschutters en boobytraps, zoals verborgen explosieven in de gebouwen die ze moeten verlaten.
De Belgische VRT-journalist Rudi Vranckx vertelt dat een militie in één dag met zo’n duizend man in de aanval ging. "250 van hen zijn gedood of gewond, dat is een slachtofferratio van een op vier." Een rechtenstudent vertelt Vranckx waarom hij meevecht tegen IS. "Die mensen besmeuren het beeld van de islam in Europa. Ze creëren chaos en vernieling. Maar we willen dat niet, want islam is niet gelijk aan chaos en terrorisme."
Sirte ligt er verlaten bij. De 90.000 inwoners zijn bijna allemaal gevlucht voor het oorlogsgeweld. De ravage is enorm. Overal ligt puin, sommige gebouwen zijn helemaal ingestort.
Voorbode van de strijd tegen IS
Er zijn berichten dat er ook IS-strijders zijn ontsnapt. Niemand weer hoeveel. "Het land is heel groot," zegt Libië-kenner Gerbert van der Aa. "Je kunt vrij makkelijk de woestijn intrekken." Verspreid over Libië zitten nog steeds IS-cellen, maar die houden zich verborgen. "Dat was zo bijzonder van Sirte, dat ze daar zo openlijk zaten," zegt Van der Aa.
Rudi Vranckx is onder de indruk van de zelfopoffering van de jonge, vaak onervaren strijders. De militanten van IS geven zich niet gewonnen. Hun strijd lijkt hopeloos, maar vanuit de laatste huizenblokken die ze nog in handen hebben proberen ze zoveel mogelijk Libische strijders te doden. "Heel deze oorlog is een voorbode van de strijd tegen IS," zegt Vranckx. "Weldra begint het slotoffensief tegen de laatste paar honderd IS-strijders hier in Sirte. Dan is dit bolwerk van terreur opgeruimd. Tot het wellicht elders weer opduikt."