Van der Steur wil meer supersnelrecht
Minister Van der Steur wil vaker gebruikmaken van supersnelrecht. Met die manier van snelrecht kunnen verdachten van een strafbaar feit binnen een paar dagen worden berecht.
Op verzoek van de Kamer heeft Van der Steur de toepassing van het middel laten onderzoeken. Het ging daarbij vooral om de zorgvuldigheid van de procedure.
Termijn dagvaarding
De onderzoekers signaleren een paar knelpunten. Zo moet de verdachte om heel snel voor de rechter te verschijnen het OM het recht geven om binnen drie dagen een dagvaarding op te sturen. Dat heet een afstandsverklaring, omdat de verdachte er afstand mee doet van zijn recht op de minimale termijn van drie dagen.
Volgens de onderzoekers gaan de arrondissementen hier verschillend mee om en is niet duidelijk of de afstandsverklaring altijd voldoet aan strenge Europese regels. Verder is supersnelrecht bijna helemaal een aangelegenheid van de Randstad.
Winkeldiefstal
Van der Steur gaat bij het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak aandacht vragen voor de verschillen in aanpak. Daarbij heeft een zo uniform mogelijke procedure voor het doen van afstand van de termijn prioriteit. Verder valt volgens de minister niet in te zien waarom het middel zich tot de Randstad zou moeten beperken.
De minister vindt dat supersnelrecht een bijdrage levert aan de snelle afdoening van eenvoudige strafzaken zonder dat het ten koste hoeft te gaan van de zorgvuldigheid van de procedure. Supersnelrecht wordt het vaakst toegepast bij winkeldiefstal en meestal zijn het relatief simpele zaken met 'panklaar' bewijs. Het middel wordt zo'n 2800 keer per jaar gebruikt.