Meer over rolstoelbasketbal
Het rolstoelbasketbal is ontstaan in Amerika rond 1946, met gewonde soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Ze basketbalden voor de oorlog en wilde graag doorspelen, zelfs nu ze een beperking hadden. Met een aantal simpele aanpassingen en regels voor spelers in een rolstoel werd de sport wereldwijd populair.
Het doel van het spel is net als bij gewoon basketbal: de meeste doelpunten scoren in de basket van de tegenstander. Het team met de meeste punten wint. Met een vrije worp (dichtbij de basket) scoor je een punt, buiten de binnenste cirkel twee punten en buiten de grote cirkel drie punten. Een duel bestaat uit vier periodes van tien minuten.
Bij een gelijke stand na de reguliere speeltijd volgt een verlenging van vijf minuten. Blijft de stand gelijk, dan wordt er net zo lang met vijf minuten verlengd tot er een winnaar is. Een team bestaat uit vijf spelers, met zeven wisselspelers. Ze maken gebruik van speciale sportrolstoelen van licht en sterk materiaal. Ze hebben schuinstaande wielen die goed wendbaar zijn en hebben aan de achterkant kiepwieltjes tegen het omvallen. Aan de voorkant zit een smalle bumper van maximaal 11 cm hoog.
Omschrijving klassen rolstoelbasketbal
| Klasse | Omschrijving |
| 1.0 | Spelers hebben geen rompfunctionaliteit en kunnen daarom niet voorover of zijwaarts buigen om de bal te vangen of te gooien |
| 2.0 | Deze spelers hebben een beperkte rompfunctie, hebben hierdoor een groter bereik om de bal te vangen en te gooien. |
| 3.0 | Deze spelers kunnen met hun romp wel roteren en vooruit leunen, maar niet zijwaarts. |
| 4.0 | Aanvullend op profiel 3.0 kunnen deze spelers ook zijwaarts leunen, veelal beperkt tot één zijde bijvoorbeeld door het verlies van een been waardoor de balans is verstoord als men naar de andere zijde leunt. |
| 4.5 | De klasse met de spelers met een minimale beperking, geen restricties in balans of rotatie. Deze klasse bevat bijvoorbeeld spelers met een beenlengteverschil van minimaal 6 centimeter of een voetamputatie. |
Rolstoelbasketballers kunnen ook in klasse 1.5, 2.5 or 3.5 terechtkomen. Deze halfpuntklassen zitten tussen de hierboven vermeldde klassen in. Elk rolstoelbasketbalteam, bestaande uit vijf spelers, mag maximaal veertien punten tegelijkertijd in het veld hebben.