Horden- en verspringfinale draaien uit op Amerikaans feestje
De olympische finale op de 100 meter horden is op een groot Amerikaans feest uitgedraaid. Brianna Rollins pakte de olympische titel en haar landgenotes Nia Ali en Kristi Castlin sleepten het zilver en brons in de wacht.
Rollins, wereldkampioene in 2013, had al snel een gaatje op de rest en liep met een tijd van 12,48 naar de winst. Vooral de strijd om het brons was spannend. Die leek te worden gewonnen door de Britse Cindy Ofili, maar zij zag Castlin nog net voorbijkomen.
De dominantie van de Verenigde Staten was opvallend, aangezien de beste atlete van het land er niet eens was. Kendra Harrison liep dit jaar met 12,20 een wereldrecord, maar faalde bij de Amerikaanse selectiewedstrijden.
De Amerikanen lieten bij het verspringen een medaille aan de concurrentie, maar met goud en zilver waren ze opnieuw goed bedeeld. Tianna Bartoletta sleepte de titel in de wacht.
De Amerikaanse wereldkampioene, ook actief als sprintster, onttroonde in een spannende finale met een nieuw persoonlijk record van 7,17 meter haar landgenote Brittney Reese (7,15 m). Europees kampioene Ivana Spanovic eiste het brons op met 7,08.
Zoals verwacht heeft Ashton Eaton na de eerste dag de leiding in handen op de tienkamp. De Amerikaanse titelverdediger maakte het verschil op de loopnummers en heeft na vijf onderdelen met 4.621 punten een ruime marge op Kai Kazmirek, die op 4.500 punten staat.
De 28-jarige Eaton won twee onderdelen, werd eenmaal tweede en eindigde bij het hoogspringen en het kogelstoten in de middenmoot. Eaton liep de 100 meter in 10,46 seconden, sprong 7,94 meter ver en klokte op de 400 meter 46,07 seconden.
Damian Warner was met 10,30 sneller op de 100 meter dan Eaton, maar de Canadees stelde teleur met de kogel (13,66 m) en werd van de tweede plaats verdrongen door de Duitser Kazmirek. De Nederlanders Eelco Sintnicolaas en Pieter Braun vielen geblesseerd uit.