Van der Breggen: het was een bizarre dag
Een dubbel gevoel aan de finish voor wielrenster Anna van der Breggen. Ze is zojuist olympisch kampioene op de weg geworden, maar in de laatste afdaling kreeg ze de schrik van haar leven. Ze zag teamgenote Annemiek van Vleuten stil in de berm liggen. Tot die tijd koerste Van Vleuten richting de olympische titel.
"Ik schrok me rot. Het duurde eventjes voordat ik weer vol kon gaan rijden, want dat ging even niet. Uiteindelijk kwam Emma langs en die zei: we doen het voor Annemiek." De Zweedse Emma Johansson maakte ook deel uit van de groep van drie die er uiteindelijk in slaagde de Amerikaanse Abbott met de finish in zicht nog in te halen. "Vanaf dat moment was het volle bak. En dat het dan in de laatste 500 meter zo bij elkaar komt", stamelde de opvolgster van Marianne Vos.
Eindsprint
Van der Breggen maakte zich toch nog zorgen, omdat ze naar eigen zeggen niet zo'n sterke eindsprint heeft als bijvoorbeeld Johansson. "Ik zag het bord van 150 meter en ik dacht als niemand aangaat, dan ga ik. Ik moet eerst, want ik heb niet zo'n snelle aanzet." Haar inschatting bleek goed voor het eerste goud voor Nederland op de Spelen van Rio. "Ongelooflijk."
Na de huldiging was het nog steeds onwennig voor de kersverse olympisch kampioene. "Het was een bizarre dag. Dat ik dit nu om de nek heb hangen... Het was prachtig."
Van der Breggen benadrukte dat de medaille toch echt een teamprestatie was. "De meiden hebben heel veel gedaan. Ik hoop ook voor Annemiek dat ze ervan kan genieten. Ik hoop dat het goed gaat met haar. Om zo met je team hier een plak te winnen, dat is geweldig."