Koenders waarschuwt voor 'Srebrenica' in Aleppo
De internationale gemeenschap moet de druk op president Assad opvoeren om te voorkomen dat in Syrië hetzelfde gebeurt als bij de volkerenmoord in Rwanda en Srebrenica. Dat schrijft minister Koenders van Buitenlandse Zaken in een opiniestuk in de Volkskrant en de Britse krant The Independent.
Koenders doelt op de situatie in Aleppo, ooit de grootste stad van het land, waar zo'n 300.000 mensen vastzitten. Onlangs veroverde het Syrische leger, met hulp van Rusland, de laatste toegangsweg naar de stad, waardoor de rebellen en inwoners volgens de minister nu feitelijk worden belegerd. "Niet anders dan Rwanda of Srebrenica, bestaat er een reëel risico dat de naam 'Aleppo' synoniem wordt voor het falen van de wereld om tot actie over te gaan."
In reactie op het voorstel van Rusland en Syrië om humanitaire corridors mogelijk te maken, zegt Koenders dat een derde partij als de Verenigde Naties hiervoor verantwoordelijk gemaakt moet worden. "Het moet duidelijk zijn dat het lot van de 300.000 mensen in deze stad niet in handen kan worden gelegd van het regime van Assad en zijn bondgenoten. Dat is een nalatenschap die we ons niet kunnen veroorloven."
Bliksemafleider
Volgens Koenders ligt de internationale focus nu te veel op het bestrijden van terreurgroepen als IS en Jabhat al-Nusra. Daardoor wordt voorbijgegaan aan het feit dat het Syrische regime "dagelijks bruut geweld gebruikt tegen zijn eigen bevolking", aldus de minister. IS en Jabhat al-Nusra vormen volgens Koenders een soort bliksemafleider, waardoor Assad zichzelf kan presenteren als alternatief.
"Zolang Assads wreedheid wordt toegestaan, zullen burgers eronder lijden; de instabiliteit zal voortduren en extremisme zal floreren."
Koenders gelooft dat diplomatieke druk kan helpen. Hij wijst op het staakt-het-vuren dat in februari in München overeengekomen werd, dat enkele maanden grotendeels standhield. In die periode kregen een miljoen Syriërs humanitaire hulp, aldus de minister. "Dit is diplomatie op z'n best."
Koenders opiniestukken verschijnen een dag na het vertrek van de Nederlandse VN-gezant voor Syrië Nikolaos van Dam, die wordt opgevolgd door topdiplomaat Gerard Steeghs. Van Dam herhaalt vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal zijn standpunt dat er rechtstreeks gesproken moet worden met de Syrische president Assad. Zijn standpunt wijkt daarmee af van dat van Koenders, de EU en de VS.
Volgens Van Dam is het een fout geweest om het vertrek van Assad als voorwaarde voor gesprekken te eisen. "Door ons te fixeren op Assad en steeds te stellen dat hij eerst weg moet of moet aangeven dat hij aan het eind van de verschrikkingen verdwenen is, weet je dus zeker dat hij niet gaat onderhandelen."
"We hebben nu geen tanden, want we hebben geen contacten daar in Damascus", zegt Van Dam. "We kunnen alleen via de Veiligheidsraad, via verklaringen oproepen om dus iets beters te doen (...). Wat dus vreselijk is, is dat de oplossing ver van nabij is."