Nieuwe verklaring voor brand die Paleis voor Volksvlijt in de as legde
Een brand verwoestte in 1929 het Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein in Amsterdam. Het bezit sindsdien een bijna mythische reputatie. Het lichtvoetig vormgegeven tentoonstellingsgebouw, met onder meer een theaterzaal, een restaurant en twee winkelgalerijen verrees in 1864 naar voorbeeld van het beroemde Crystal Palace in Londen.
Toen het afbrandde treurde de hoofdstad. Het nieuws verspreidde zich even snel als het vuur. Binnen enkele uren wist men tot in Indië dat van het droompaleis alleen wat geveldelen en boogconstructies restten. Er had al twee keer een brand gewoed. Die waren snel geblust. Dus gold de schepping van glas en gietijzer als weinig brandgevaarlijk. Het tegendeel bleek waar.
Frank Driessen en zijn collega David Mulder van het Stadsarchief Amsterdam halen op ons verzoek, voor een zomercolumn, de bouwtekeningen van het paleis tevoorschijn. De archiefmedewerkers dachten alles te kennen wat er aan documenten van het paleis overbleef en zijn daarom zo enthousiast over hun ontdekking.
Grote verrassing
In de map met blauwdrukken vond archivaris David Mulder tot zijn grote verrassing een onbekende opname van het plafond van het restaurant. En die foto verklaart hoe de brand, die volgens de overlevering in de keuken begon, zo snel om zich heen kon grijpen. De opname toont het plafond van bovenaf. Te zien is een vlakte van houten planken, met ver daarboven de koepel van het paleis. De ruimte tussen plafond en koepel moet een ideaal trekgat voor het vuur zijn geweest.
Van het paleis bleef bijna niets gespaard, op de winkelgalerijen na. Het orgel, van de beroemde orgelbouwer Cavaillé-Coll, was voor de ramp al afgedankt. Het staat nu, gerestaureerd en in volle glorie, in de Philharmonie in Haarlem.
Het Amsterdam Museum bezit een vrouwenkop van het rijk versierde gebouw. Onduidelijk is waar dit ornament heeft gezeten.
In 1961 gingen de resterende winkelgalerijen plat en werd op het braakliggende terrein het hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank (DNB) neergezet. De sloop van de winkelgalerijen vond schrijver Rudy Kousbroek in het boekje 'Het Paleis in de verbeelding' de meest extreme daad van vandalisme in Amsterdam na de oorlog.
En wat er voor terugkwam, een ontwerp van architect Marius Duintjer, noemde hij "een oninteressant en talentloos bankgebouw". Hij schreef dat de schuldigen door glanzende Nubiërs met karwatsen gedwongen zouden moeten worden alles weer in oude staat te herstellen, maar dat die gedachte eigenlijk geen troost bevat, omdat "de schuldigen" het niet zouden kunnen. Dat wat voor het Paleis voor Volksvlijt terugkwam noemde de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan onlangs "een verschrikkelijk gebouw".
Veel Amsterdammers zijn het met hem eens. Toch moest de burgervader zich in de gemeenteraad voor die kwalificatie verantwoorden.
Herbouw
Al jaren pleit een stichting onder leiding van kunstenaar Wim T. Schippers voor herbouw. Maar De Nederlandsche Bank peinst er niet over te verhuizen. Dus blijven alleen de herinneringen en de foto's, waaraan nu dus het bewijs is toegevoegd waarom de trots van Amsterdam in een winternacht in 1929 kon branden als een fakkel.