Limburgers onderschatten risico van wonen langs de Maas

Mensen die langs de Maas wonen, moeten er meer rekening mee houden dat de rivier kan overstromen. Bijna 80 procent van de omwonenden is niet bereid om hun woning aan te passen, zodat ze beschermd zijn tegen hoog water. Maar weinig mensen maken zich zorgen. "Een overstroming is echter helaas nooit uit te sluiten", zegt Eric Smulders van Rijkswaterstaat.

Dat maar weinig mensen hun huis aanpassen met het oog op toekomstige overstromingen, blijkt uit een onderzoek van Rijkswaterstaat onder bewoners langs de Maas.

Maatregelen

Daarin geven bewoners het rapportcijfer 8,1 voor waterveiligheid in hun omgeving. Dat komt vooral door het vertrouwen van de Limburgers in de maatregelen die de overheid neemt tegen overstromingen, zoals het project Zandmaas, waarbij de Maas tussen Roosteren en Den Bosch is verruimd. Zandmaas is onderdeel van het waterveiligheidsprogramma Maaswerken.

Vier op de vijf ondervraagden heeft wel eens een overstroming meegemaakt. Toch nam maar één op de vijf maatregelen, zoals het verwijderen van elektrische apparaten van de keldervloer, wonen op de eerste etage en het hoger plaatsen van stopcontacten.

Dat maar weinig mensen maatregelen nemen, heeft ermee te maken dat de laatste grote overstroming twintig jaar geleden is en dat de overheid destijds heeft ingegrepen, zegt Smulders. "De Limburgers zijn verder gegaan met hun leven, en dankzij Maaswerken zijn de Limburgers beter beschermd."

Uit het onderzoek blijkt ook dat maar weinig mensen zich zorgen maken: ruim 90 procent is zich amper bewust van het risico op een overstroming. Dat baart Smulders zorgen. "Mensen moeten alert blijven: de zeespiegel stijgt, de bodem daalt en we krijgen steeds meer te maken met hevige regen en hogere rivierstanden."