'Merkfabrikanten maken kleine webwinkels kapot'

Veel kleinere webwinkels missen een kwart extra omzet omdat merkfabrikanten hen tegenwerken. De merken stellen strenge verkoopvoorwaarden of verbieden de verkoop van hun spullen via meerdere verkoopsites. Dat concludeert de Duitse brancheorganisatie voor webwinkels BVOH op basis van Europees onderzoek. De Nederlandse zusterorganisatie Thuiswinkel.org herkent het beeld.

In het onderzoek onder meer dan 7000 kleine en middelgrote webwinkels in verschillende Europese landen geeft de helft van de ondervraagden aan dat ze omzet mislopen door beperkingen die de merkfabrikanten hen opleggen. Zo eisen merkfabrikanten bijvoorbeeld minimum verkoopprijzen en verbieden ze om hun spullen via andere platformen, zoals bijvoorbeeld Amazon of Ebay, aan te bieden. Volgens de Duitse brancheorganisatie BVOH hangt daarom duizenden webwinkels een faillissement boven het hoofd.

Bekend fenomeen

"Het is een bekend fenomeen", reageert Wijnand Jongen van Thuiswinkel.org, de brancheorganisatie van webwinkels. "In de begintijd van het webwinkelen was het schering en inslag dat merkfabrikanten probeerden te verhinderen dat hun spullen überhaupt via internet werden verkocht. Bang dat de prijzen onder druk zouden komen te staan of dat hun luxeproduct imagoschade zou oplopen. De gedachte was: dure spullen kun je alleen in een mooie winkel verkopen."

Inmiddels ontkomt geen enkele fabrikant er meer aan dat consumenten ook online aankopen willen doen. Maar nog steeds proberen de A-merken er alles aan te doen dat hun duurdere producten niet te grabbel worden gegooid op internet. Volgens de webwinkels overtreden de fabrikanten daarmee geregeld de wet.

Grijs gebied

"Een minimumverkoopprijs afdwingen mag niet bijvoorbeeld", zegt Wijnand Jongen. "En de eis dat de verkoper zijn waren niet via andere sites mag aanbieden, is ook illegaal. Maar het probleem is dat het vaak in een grijs gebied zit en de webwinkel ook niet graag naar buiten treedt over de verkoopvoorwaarden die hij met de fabrikant heeft afgesproken."

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) bevestigt dat beeld. "Het gaat hier vaak om verticale prijsbinding en dat is één van de moeilijkst te bewijzen praktijken", aldus Murco Mijnlieff van de ACM. "Bovendien is voor ons het uitgangspunt: wordt de consument benadeeld? Je zou kunnen redeneren dat als Adidas minimumprijzen afdwingt dat een nadeel is voor de consument. Maar voor ons is dan relevant of er een alternatief is. En dat is er. Er zijn meer sportschoenen dan alleen die van Adidas."

Adidas

Volgens Adidas is er niets aan de hand. Het Duitse sportmerkconcern erkent in een schriftelijke reactie dat het bewust kiest via welke kanalen de producten in de markt worden gezet. "De verkoopvoorwaarden moeten ervoor zorgen dat Adidas optimaal is gepositioneerd in de markt." Verder benadrukt het concern dat het niet alleen voor online die keuzes maakt, maar ook voor de verkoop via winkels wordt gekozen met welke ketens Adidas in zee gaat.