Vliegtuigjes scheren over Noordzee om walvissen te tellen
Onderzoekers zijn begonnen met een telling van het aantal walvisachtige dieren in de Noordzee. Het onderzoek maakt deel uit van een groter project, waarvoor tellers de komende maand vanuit vliegtuigjes een groot Europees zeegebied afspeuren om de populatie dolfijnen, potvissen, bruinvissen en bultruggen in kaart te brengen.
Eens in de ongeveer tien jaar wordt het aantal zeezoogdieren van Noorwegen tot Portugal en van de Oostzee tot Ierland geteld.
De onderzoekers zijn deze keer vooral benieuwd of de massale stranding van potvissen begin dit jaar iets over de populatie van de walvissen zegt. Betekent dit dat het slecht gaat of is het juist een aanwijzing dat het aantal dieren is toegenomen?
Ook willen ze weten of de komst van windmolenparken gevolgen heeft en hoe walvisachtigen hebben gereageerd op nieuwe vaarroutes en het toegenomen scheepvaartverkeer. "Deze dieren kunnen sterk worden beïnvloed door geluid, vervuiling en andere gevolgen van menselijk handelen op zee", zegt de Nederlandse onderzoeker Hans Verdaat.
De scan wordt uitgevoerd door ruim dertig mensen uit vijf landen, die met zeven vliegtuigjes op een hoogte van 185 meter over het water scheren. Vanaf die hoogte zijn de dieren volgens Verdaat goed zichtbaar. "We gebruiken vliegtuigjes met bolle ramen waardoor we recht onder het toestel kunnen kijken. Twee waarnemers kijken naar buiten, een derde voert de gegevens meteen in."
Verrassing
Dubbeltellingen zijn zo goed als uitgesloten, zegt Verdaat. "Door tegelijk met zeven ploegen in de lucht te zijn, proberen we dat te voorkomen."
De gegevens zijn onmisbaar voor wetenschappers die de Europese beleidsmakers adviseren over de bescherming van de diersoorten, zegt Verdaat. "De vorige telling in 2005 leverde een verrassing op, toen bleek dat er in het zuidelijke deel van de Noordzee veel meer bruinvissen waren dan tien jaar daarvoor."