Nederlandse antenne naar 'achterkant van de maan'
Onderzoekers van de Nijmeegse Radboud Universiteit, Astron en het Delftse bedrijf ISIS gaan een radio-antenne ontwikkelen die in 2018 met een Chinese satelliet meereist naar de 'achterkant van de maan'. De antenne gaat radiostraling meten die meer moet vertellen over de manier waarop de eerste sterren en sterrenstelsels direct na de oerknal zijn gevormd. Het Netherlands Space Office en de Chinese ruimtevaartorganisatie CNSA hebben daarover een overeenkomst gesloten.
De antenne gaat radiogolven meten met een frequentie onder de 30 MHz. "Op aarde kunnen we bijna alle buitenaardse radiogolven meten, maar niet die onder de 30 MHz. Die worden geblokkeerd door de dampkring. Juist in die frequenties zit informatie uit het vroege heelal, die wij willen meten", zegt Heino Falcke, sterrenkundige van de Radboud Universiteit.
Achter de maan is de straling van de aarde zelf en van aardse radiozenders klein genoeg om de gewenste straling van het vroege heelal - die zeer zwak is - goed te kunnen meten. Het instrument gaat straling meten uit de zogeheten Dark Age, tussen 150 en 800 miljoen jaar na de oerknal, de periode dat het heelal zo ver was afgekoeld dat je er doorheen kon kijken, maar er nog geen sterren en sterrenstelsels waren.
De antenne komt niet echt op de achterkant van de maan. Hij gaat 'achtjes' vliegen met de satelliet waarop hij is bevestigd, rond een vast punt 64.500 kilometer van de maan.
"Voor de Chinezen is dit trouwens een stap die er uiteindelijk toe moet leiden dat ze op de achterkant van de maan kunnen landen", legt Marc Klein Wolt uit, ook van de Radboud Universiteit. "Aan de achterkant van de maan kun je niet communiceren met de aarde, dus dat moet via een 'relay-satelliet' doen, die wel contact kan maken en dat wordt deze satelliet."