Bouterse wil parlement bijeenroepen voor speciale zitting
De Surinaamse president Desi Bouterse heeft de parlementsvoorzitter gevraagd woensdag het parlement bijeen te roepen voor een Comité-Generaal. Dat is een speciale geheime zitting die het parlement kan houden als ze onderwerpen op het gebied van staatsveiligheid wil bespreken. Bouterse wil het parlement vertellen hoe het volgens hem verder moet na het besluit van de krijgsraad eerder deze maand om het proces over de Decembermoorden te hervatten. De eerstvolgende zitting in dat proces is aanstaande donderdag.
Bouterse zei vorige week dat door de uitspraak van de krijgsraad een constitutionele crisis is ontstaan. Om hervatting van het proces mogelijk te maken, heeft de krijgsraad de Amnestiewet buiten werking gesteld. Bouterse is zelf hoofdverdachte in het Decembermoorden-proces en de Amnestiewet vrijwaarde hem en andere verdachten van vervolging. Bouterse vindt dat de krijgsraad de rechtsstaat ondergraaft, omdat de Amnestiewet door het parlement was aangenomen.
Oplossing
De krijgsraad gaf op 9 juni de openbaar aanklager opdracht om donderdag met zijn strafeis te komen. Bouterse wil dat voorkomen en kondigde vorige week aan om voor donderdag met “een oplossing binnen wet en recht” te komen. Hij heeft gistermiddag over de ontstane situatie overlegd met de minister van Justitie en Politie.
Volgens bronnen van de NOS gaat de speciale parlementszitting zo goed als zeker door.
Noodtoestand
Het is niet bekend wat de president tijdens de geheime zitting aan het parlement wil mededelen. Sommige juristen denken dat hij de noodtoestand wil uitroepen om een hervatting van het proces te voorkomen. De president is wettelijk bevoegd om de noodtoestand uit te roepen. Wel heeft hij toestemming nodig van het parlement, maar daar kan hij op voldoende steun rekenen.
Anderen zeggen dat het niet mogelijk is om met de noodtoestand de rechtszitting te voorkomen en denken dat het staatshoofd de rechterlijke macht wil intimideren.
De afgelopen dagen hebben hoge justitiële magistraten de president terechtgewezen voor het openlijk kritiseren van de rechterlijke macht.
Oppositieleden en religieuze leiders hebben de president gevraagd het hoofd koel te houden en zich te houden aan “de normen van goed fatsoen en behoorlijk bestuur”.