Kamerleden die zich afsplitsen van hun partij krijgen minder geld

Kamerleden die zich afsplitsen moeten niet meer evenveel geld krijgen als bestaande Kamerfracties. Dat concludeert een werkgroep van de Tweede Kamer. Het gaat, gezien de recente ontwikkelingen, te veel geld kosten.

Na de volgende verkiezingen op 15 maart 2017 krijgen afsplitsers niet meer de status 'fractie' en daardoor ook niet meer de honderdduizenden euro's die daarbij horen. Ze behouden wel hun eigen salaris en recht op wachtgeld.

Op dit moment zitten er vijf afgesplitste fracties in de Kamerbankjes: de Groep-Kuzu/Öztürk die bij de PvdA vandaan kwam; de Groep Bontes/Van Klaveren, voorheen van de PVV; Kamerlid Van Vliet, ook ex-PVV; Kamerlid Klein die lid was van 50Plus; en Kamerlid Houwers, die tegen de zin van de VVD zijn Kamerzetel opeiste.

Geen enkel nadeel

Kamerleden die zich afsplitsen ondervinden hier geen enkel nadeel van, en dat vindt een Kamermeerderheid onterecht. Ze krijgen geld, spreektijd, een eigen ruimte in de Tweede Kamer en andere voorzieningen. Het enige dat zij niet mogen is in de Kamer hun nieuwe partijnaam gebruiken, zoals nu Denk en VNL.

Het onderzoek ging 50Plus-Kamerlid Krol niet ver genoeg. Hij had gewild dat er ook een Grondwetswijziging zou komen die regelt dat een Kamerlid zijn zetel kwijtraakt als hij uit zijn partij stapt of er door de partij wordt uitgezet. Maar dat heeft volgens de anderen te veel juridische haken en ogen. Een gekozen Kamerlid houdt dus zijn of haar zetel.