Een reanimatie-instructeur aan het werk
NOS Nieuws

Randstad blijft achter met burgerhulpverleners

  • Michael de Smit

    Verslaggever

  • Michael de Smit

    Verslaggever

Steeds meer mensen staan ingeschreven als burgerhulpverlener, om mensen te reanimeren bij een hartstilstand. Maar het doel van de Hartstichting is nog niet gehaald. Vooral in de Randstad blijft het aantal aanmeldingen achter.

Ruim 130.000 mensen mogen zich inmiddels burgerhulpverlener noemen. Dat waren er in november nog 88.000. De Hartstichting wijst er echter op dat voor een landelijk dekkend netwerk 170.000 mensen verspreid over het land ingeschreven moeten staan. Dat is ongeveer 1 procent van de Nederlandse bevolking.

Verder moeten volgens de Hartstichting 30.000 automatische externe defibrillatoren (AED's) 24 uur per dag bereikbaar zijn. Naar schatting zijn dat er nu zo'n 10.000. De Hartstichting wil verder dat alle 112-meldkamers gebruikmaken van een van de twee alarmeringssystemen om burgerhulpverleners te waarschuwen. Zover is het nog niet. In een aantal grote steden is het systeem waarmee mensen worden opgeroepen nog niet aangesloten.

Het gaat hier om mensenlevens en ik vind het kwalijk dat er in die steden niet wordt meegewerkt.

Floris Italianer, directeur Hartstichting

In 120 dorpen en steden zijn nog geen burgerhulpverleners actief. Uit cijfers van de Hartstichting blijkt dat de meeste burgerhulpverleners in landelijke gebieden wonen.

Door een wervingscampagne zijn er in de grote steden wel veel nieuwe vrijwilligers bij gekomen, maar ze kunnen nog niet worden gewaarschuwd. Daarvoor moeten de 112-meldkamers aangesloten zijn bij een van de alarmeringssystemen voor burgerhulpverleners.

'Het gaat hier om mensenlevens'

Amsterdam laat wel onderzoeken of burgerhulpverleners in de buitenwijken een oproep kunnen krijgen bij een hartstilstand in hun buurt. Maar het stadsbestuur ziet er niets in om ook vrijwilligers in het centrum van de stad te informeren.

Volgens wethouder Van der Burg is dat ook niet nodig, omdat de eigen professionele hulpverleners van ambulance, politie en brandweer snel genoeg ter plaatse kunnen zijn.

Dus vandaar dat de noodzaak hier in grote steden veel minder aanwezig is dan in de wat dun bevolkte gebieden.

Eric van der Burg - wethouder Amsterdam

Bij de Hartstichting gaat dat argument er niet in. "Ik heb nog geen goede argumenten gehoord waarom ze het niet zouden moeten doen. Ik denk dat het slachtoffer er geen bezwaar tegen heeft dat er heel snel iemand is om te helpen", zegt directeur Floris Italianer van de Hartstichting.

Landelijk dekkend netwerk

De Hartstichting hoopt toch dat er eind 2017 een functionerend landelijk dekkend netwerk van burgerhulpverleners is. Als er 170.000 burgerhulpverleners zijn, kunnen er volgens de stichting jaarlijks 2500 levens gered worden door snelle reanimaties voordat ambulancepersoneel gearriveerd is.

"Dat zijn grote aantallen, zeker als we het vergelijken met de 580 tot 600 verkeersslachtoffers die jaarlijks vallen. We doen met zijn allen ontzettend ons best om dat aantal naar beneden te brengen, maar we hebben hier de kans om met betrekkelijk weinig inspanning duizenden levens te redden. Dat kunnen we gewoon niet laten liggen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl